Herken deze nuttige insecten en stimuleer een natuurlijke balans in je tuin
Wat zijn gaasvliegen?
Gaasvliegen zijn geen echte vliegen, ze zien er ook helemaal niet uit als een vlieg. Ze behoren tot de onderorde Planipennia van de Neuroptera (netvleugeligen). Gaasvliegen vallen meteen op als je ze ziet. Ze hebben namelijk enorm mooie, fijn geaderde vleugels. De larven van gaasvliegen zijn naast de larven van lieveheersbeestjes de belangrijkste inheemse, natuurlijke vijanden van bladluizen. Alle reden dus om dit insect te beschermen en te koesteren. Heb je een biodiverse tuin, dan zal de gaasvlieg zeker aanwezig zijn!
Gaasvliegen leven ’s avonds en ’s nachts en houden zich overdag schuil op beschutte plekken. Ze zijn actief vanaf april (12°C en meer) waardoor ze vroeger dan andere nuttigen een rol spelen in de natuurlijke bestrijding. Gaasvliegen zijn actief van de lente tot de herfst. Daarna gaan ze in diapauze: minder licht en voedsel zorgt dat ze hun ontwikkeling stil leggen en een overwinteringsplaats zoeken. Volwassen gaasvliegen leven 3 tot 4 weken. Verschillende generaties volgen elkaar op.
Soorten gaasvliegen
In Europa komen twee families voor met name de groene gaasvliegen van de familie Chrysopidae en de bruine gaasvliegen van de familie Hemerobiidae. In totaal omvatten ze een 50 tal soorten.
Groene gaasvlieg
De groene gaasvlieg, Chrysoperla carnea (voordien Chrysopa carnea genoemd) is binnen de familie van Chrysopidae de meest bekende en algemeen voorkomende soort. Zowel in Nederland als België kom je ze vaak tegen in de natuur. Ze worden ook wel bruinoogje of goudoogje genoemd omwille van hun grote ver uit elkaar staande bruine, glanzende ogen.
Hoe ziet de groene gaasvlieg eruit?
In het algemeen is de volwassen gaasvlieg groen van kleur maar er komen ook bruinkleurige volwassen Chrysopidae voor. De volwassen gaasvlieg is 23 tot 30 mm lang. Wat het meeste opvalt, zijn de doorschijnende, geaderde vleugels die groter zijn dan hun slanke lichaam. Meestal zijn het groen-geaderde vleugels maar ook vleugels met bruine aders kan je in deze familie aantreffen. De vleugels kunnen niet gevouwen worden in rusttoestand en staan daarom recht op hun achterlijf. De vleugelspanwijdte is gemiddeld 3 cm. Ondanks hun grote vleugels zijn het slechte vliegers. Vaak denken mensen aan een motje of vlindertje als ze de gaasvlieg voor de eerste keer zien.
De groene gaasvlieg verkleurt in de winter bruin tot roodachtig bruin om in de lente terug groen te kleuren.
Hoe ziet de larve van de gaasvlieg eruit?
De larven van de gaasvlieg zijn crèmekleurig – bruin en zien er totaal anders uit dan de volwassen exemplaren. Ze ondergaan in hun leven een totale metamorfose zoals vlinders dat ook doen. Larven van chrysopa hebben grote sikkelvormige kaken waarmee ze hun prooi kunnen optillen.
Wat eet een groene gaasvlieg?
De vrouwelijke gaasvliegen van de familie Chrysopidae eten stuifmeel, nectar en honingdauw. Zonder dit voedsel kunnen ze niet overleven. De combinatie van stuifmeel en nectar zorgt voor de beste voortplanting. In tegenstelling tot de vrouwelijke gaasvliegen, hebben de mannetjes weinig of geen stuifmeel nodig.
De larven eten schadelijke insecten zoals bladluis, tripslarven, spint, wolluis, witte vlieg, cicaden, kleine rupsjes (o.a. eikenprocessierupsen) en eitjes van vlinders. Ook honingdauw, nectar en stuifmeel kan door de larven worden gegeten. Ze eten zowat alles wat zacht genoeg is maar hun voorkeur gaat uit naar bladluis. Als er helemaal geen voedsel is, gaan ze elkaar kannibaliseren.
De larven zijn hoofdzakelijk ’s nachts actief en schuilen overdag in de planten. Ze zijn dus moeilijk waar te nemen. De larven lopen de bladeren af op zoek naar voedsel. Als ze honingdauw of een prooi tegen komen, zoeken ze intensiever. Behaarde bladeren zoals bij tomatenplanten bemoeilijkt het zoekgedrag voor de larven.
Soms is de prooi groter dan de larven. Dat kan omdat de larve speeksel injecteert in de prooi vooraleer deze leeg te zuigen. Het speeksel zorgt voor een voorvertering van de prooi. Een larve kan tijdens zijn ontwikkeling 200 tot 500 bladluizen of andere prooi-insecten verorberen.
Bruine gaasvlieg
Hoe ziet de bruine gaasvlieg eruit?
De bruine gaasvlieg lijkt qua uiterlijk op de groene gaasvlieg maar is de helft kleiner. Ze is grijsbruin van kleur. De vleugels zijn lichtgeel met grijze of lichtbruine vlekken. Hun larven zijn net als bij de groene gaasvlieg, bruin van kleur.
Wat eet een bruine gaasvlieg?
In tegenstelling tot de groene gaasvlieg, eet de bruine gaasvlieg wel prooien. Dus net als hun larven voeden ze zich met schadelijke insecten.
Levenscyclus van de gaasvlieg
Eitjes van gaasvlieg
Het vrouwtje wordt direct na het uitkomen bevrucht door een mannetje. Na de bevruchting kan elk vrouwtje ongeveer 400 tot 500 eitjes afleggen. Dagelijks worden doorgaans 10 tot 20 eitjes afgelegd en dit op een termijn van 3 tot 4 weken. De ontwikkelingsduur van eitje tot larve bedraagt 1 tot 2 weken.
De gaasvliegen hebben een zeer originele manier van eitjes leggen. Elk eitje hangt aan het uiteinde van een doorzichtig steeltje dat op een blad of takje wordt vastgehecht. Eerst wordt een fijne druppel stroperige vloeistof uitgestoten op het blad of tak. In de nasleep hiervan ontstaat de doorzichtige draad waarna het eitje wordt uitgestoten. Na uitharding blijft het ei op het steeltje staan. De eitjes worden afzonderlijk of in groep afgelegd. Sommige soorten gaasvliegen verenigen de eitjes aan de basis waardoor er een boeket ontstaat. De groene gaasvlieg zet haar eitjes geïsoleerd af.
Vrouwtjes zetten hun eitjes af op planten met prooien zoals bladluis maar soms ook op planten zonder prooien. Op zich is dat laatste geen probleem omdat de larven mobiel zijn en verschillende voedselbronnen appreciëren. De vrouwelijke gaasvliegen vinden de met bladluis belaagde planten aan de hand van de feromonen die de bladluizen uitscheiden of de vluchtige stoffen die planten afgeven als ze aangevallen worden door bladluizen.
Larven van gaasvliegen
De larven doorlopen drie larvestadia waarin ze groeien van aanvankelijk 2 mm naar 10 mm. Ze groeien uit tot krokodilvormige larfjes die massa’s voedsel kunnen verorberen. Naarmate ze groeien, gaan ze ook meer eten. Het larvestadium duurt 2 tot 3 weken.
Poppen van de gaasvlieg
De voorpop en pop ontwikkelt zich in een kogelvormige cocon die wit-gelig van kleur is. De cocon zit met witte draden vast aan de onder- of bovenkant van bladeren, op kasconstructies of andere beschutte plaatsen. Soms ook in de grond of onder bladstrooisel. Het popstadium duurt 5 dagen tot 2 weken.
De ontwikkeling van ei tot volwassen gaasvlieg is afhankelijk van de temperatuur en het voedselaanbod. Bij 28°C duurt de ontwikkeling 25 dagen, bij 16 °C meer dan 2 maanden. In West- en midden Europa heb je 2 generaties per jaar terwijl in Zuid-Europa 3 tot 4 generaties per jaar voorkomen.
Overwintering van de gaasvlieg
Chrysoperla carnea overwintert als volwassen insect. Dit in tegenstelling tot de andere soorten van de familie Chrysopidae die als pop overwinteren. Overwinterende insecten zijn geler van kleur.
De bruine gaasvlieg overwintert in popstadium.
Waar komen gaasvliegen op af? Hoe kan ik gaasvliegen lokken?
Gaasvliegen leven buiten en worden van nature aangetrokken tot kruidachtige planten, heggen, randen en natuurlijke bloemenweiden. Tuinen waar veel bloeiende planten aanwezig zijn, vormen een goede habitat. De volwassen gaasvlieg leeft immers van stuifmeel, nectar en honingdauw. Dat zijn dus de ingrediënten waarmee je gaasvliegen kan lokken. Als je van in het vroege voorjaar tot de late herfst bloeiende planten hebt, zal je automatisch gaasvliegen aantrekken. Vooral schermbloemigen en paardenbloemen lijken een goede voedselbron. Op de onderkant van bloemen van duizendblad zetten gaasvliegen graag hun eitjes af.
Trouwens ook veel andere nuttige insecten worden naar bloeiende planten gelokt, denk maar aan zweefvliegen, sluipwespen en lieveheersbeestjes. Het is de bedoeling dat je nuttige insecten lokt, koestert en behoudt. Zo heb je machtige helpers in je tuin! En of je nu een grote tuin of terras hebt, je kan altijd je steentje bijdragen.
In de winter trekken de volwassen gaasvliegen naar bosranden en boomgaarden of zoeken ze beschutting in donkere hoekjes van huizen, schuren, tuinhuisjes of kassen.
Gaasvliegen worden aangetrokken door lichtbronnen. Als ze in huis hebben overwinterd en in het voorjaar tevoorschijn komen, vliegen ze vaak naar licht waaraan ze zich kunnen dood vliegen. Doe dan snel het licht uit en zet ze buiten!
Natuurlijke vijanden van de gaasvlieg
Elk organisme, insect, elk dier, elk levend wezen is in de natuur onderdeel van de voedselketen. Dit geldt uiteraard ook voor gaasvliegen.
Natuurlijke vijanden van de volwassen gaasvlieg
De gaasvliegen hebben een paar hulpmiddelen van de natuur gekregen om zich te beschermen tegen natuurlijke vijanden. Enerzijds hebben ze kliertjes die een stinkende geur afscheiden vanaf het moment dat ze bedreigd worden, vandaar dat ze in het Duits ook ‘stinkvliegen’ worden genoemd.
Gezien de gaasvliegen ’s nachts actief zijn, ontwijken ze daardoor natuurlijke vijanden zoals spinnen en vogels maar anderzijds worden ze dan wel geconfronteerd met vleermuizen. Gaasvliegen beschikken over een gehoororgaan op hun vleugels om het ultrasone geluid van vleermuizen te detecteren. Dit orgaan is bekend bij alle soorten die tot de familie van Chrysopidae behoren. Als de gaasvlieg een vleermuis hoort aankomen, slaan de vleugels dicht waardoor ze uit de lucht valt.
Net als andere vliegende insecten komen gaasvliegen soms toch in spinnenwebben terecht. Ze kunnen zich hieruit meestal bevrijden zonder de spin te alarmeren tenzij de spin in het midden van het web zit. Dit doen ze door de spinnenweb draden door te bijten en zich vervolgens te laten vallen.
Verder kan de gaasvlieg geparasiteerd worden door een aantal insecten waaronder het gaasvliegknutje Forcipomyia eques. Dit is een klein mugje dat lichaamssappen uit de gaasvlieg zuigt, vergelijkbaar met muggen die bij ons bloed zuigen.
Natuurlijke vijanden van de larven van de gaasvlieg
De grootste vijand van de larven zijn de mieren die vaak aangetroffen worden in luizenkolonies. De mieren beschermen de bladluizen omdat deze honingdauw uitscheiden, waar ze verzot op zijn. De mieren verjagen alle insecten die de luizen proberen te eten, zo ook de larven van gaasvliegen. Ze kunnen de larven dood bijten of gewoon van de planten gooien. Grotere larven zijn sterker en beter bestand tegen mieren. De larven kunnen een stof uitscheiden die de mieren irritant vinden waardoor ze soms worden gerust gelaten.
Wat doen tegen gaasvliegen? Groene gaasvlieg bestrijden?
Groene gaasvliegen en gaasvliegen in het algemeen zijn insecten die nuttig werk verrichten in de natuur en in je tuin. Gaasvliegen voeden zich met stuifmeel en nectar terwijl hun larven schadelijke insecten eten. Laat ze dus aub leven! Ze doen trouwens absoluut geen schade aan planten, mensen of huizen.
Groene gaasvliegen zijn niet gevaarlijk. Ze gaan mensen nooit steken en je kan ze gemakkelijk in je hand mee naar buiten nemen als je ze in huis aantreft. Ze worden al jaar en dag gekweekt om als biologische bestrijders in te zetten.
Gaasvliegen zijn biologische bestrijders voor binnen en buiten
De larven van de gaasvliegen worden ingezet als biologische bestrijders tegen allerlei soorten zachte insecten. Biologische bestrijding met Chrysopa is ideaal als je verschillende plagen tegelijk op je (kamer)planten wilt bestrijden, als je veel aangetaste oppervlakte hebt of als je een grote plaag hebt die niet meer met andere nuttige insecten onder controle te krijgen is.
Ondanks dat de gaasvlieglarven echte veelvraten zijn, kan het nodig zijn om de toepassing te herhalen bij een zware aantasting. De larven eten 2 tot 3 weken om daarna enkele weken te verpoppen. Indien 3 weken na het uitzetten de plaag niet is bestreden, moet je de behandeling herhalen. Tijdens de verpopping valt de bestrijding immers stil. De plaaginsecten kunnen dan terug toenemen.
Volwassen gaasvliegen ga je niet gemakkelijk behouden. Als ze uit de pop komen, hebben ze de neiging om te vliegen. Daardoor is de kans klein dat ze bij jou terug eitjes van nature afleggen.
Gaasvliegen kopen
Bij Biogroei kan je zowel eitjes als larven van gaasvliegen kopen.
Chrysopa
Onder de naam Chrysopa koop je de larven van gaasvliegen die in boekweitschilfers verpakt zijn. Ze zijn verkrijgbaar per 1.000 of 10.000 stuks.
Hoe ziet het product er uit?
De larven van de gaasvlieg (product Chrysopa) worden geleverd in boekweitschilfers. Dit is een licht substraat waarin de larven zich kunnen verstoppen en dat gemakkelijk kan uitgestrooid worden. In het substraat wordt voedsel toegevoegd voor de larven. Je zal de larven bijna nooit zien als je de boekweitschilfers uitstrooit. Dit is volledig normaal. Ze zijn zeer klein en schuwen het licht. Ze wachten tot valavond om uit de schilfers te komen. Af en toe zie je toevallig een groter exemplaar bij het uitstrooien.
Chrysop
Onder de naam Chrysop koop je handige ophangkaartjes met eitjes van gaasvlieg. De kaartjes bevatten eitjes van gaasvlieg (groen en licht groen van kleur) en bruine voedereitjes. Dit laatste is nodig om de larfjes direct van voedsel te voorzien als ze uit de eitjes komen. Je hangt de kaartjes gewoon aan de stengels van de planten, dichtbij de aantasting. Zo gaan de larven als ze uit de eitjes komen, direct voedsel vinden.
De kaartjes zijn per 5 of 20 kaartjes verkrijgbaar en bedoeld om binnenshuis te gebruiken.
Gaasvlieg tegen bladluis, appelbloedluis en wollige beukenbladladluis
Larven van gaasvliegen zijn echte luizeneters, daarom worden ze ook bladluisleeuwen genoemd. Alle soorten bladluizen worden door de larven verorberd. Je hoeft je dus geen zorgen te maken over welke soort je planten teistert. Wel wil ik even enkel bijzondere bladluissoorten onder de loep nemen omdat deze vaak verward worden met wolluis en witte vlieg.
Het gaat om appelbloedluis en wollige beukenbladluis en beiden zijn chemisch moeilijk te bestrijden. Appelbloedluis komt vrij vroeg in het seizoen voor waardoor er op dat moment nog weinig natuurlijke vijanden aanwezig zijn. Daarom bieden Chrysopa hier een goede oplossing. Deze kunnen vanaf 15°C uitgezet worden en de haarden van appelbloedluis direct aanpakken. Meer weten over appelbloedluis?
Wollige beukenbladluis is nog zo’n lastpost die om ondersteuning vraagt. Groene en vooral rode beuken en beukenhagen worden doorgaans aangetast door de wollige beukenbladluis. Om te vermijden dat je een heel seizoen moet spuiten, kan je vanaf de eerste aantasting Chrysopa uitzetten. Bij een beginnende aantasting starten is essentieel om de plaag onder controle te krijgen gezien de beukenbladluis zich razendsnel kan vermenigvuldigen, zeker bij warm weer. Als je de hagen in het voorjaar snoeit, doe je dit best eerst vooraleer larven van Chrsyoperla carnea uit te zetten.
Gaasvlieg tegen wolluis
Wolluis is een aantasting die voornamelijk op kamerplanten, tropische planten en vetplanten voorkomt. Je vindt ze ook op fruitsoorten zoals kasdruiven. In het Zuiden kunnen citrusvruchten hiervan veel last ondervinden.
Biologische bestrijding van wolluis kan effectief met Chrsyopa of Chrysop. Heb je maar enkele planten, gebruik dan Chrysop. Heb je veel planten of buitenplanten die aangetast zijn, gebruik dan Chrysopa. Gezien de wolluizen zich vaak verstoppen in bladoksels of andere verdoken plekken op de planten, is een tweede maal uitzetten na 2 à 3 weken aangeraden.
Gaasvlieg tegen spint
Spintmijten bestrijden we in eerste instantie met roofmijten Forni-mite en Phyto-mite. Als echter de plaag uit de hand is gelopen, kan je Chrysopa als bijkomende bestrijder inzetten. Op die manier werk je met verschillende bestrijders gelijktijdig waardoor op korte termijn veel opgeruimd worden.
Gaasvliegen tegen tripslarven
Tripslarven zijn tegenwoordig alom aanwezig op kamerplanten. Meestal koop je ze met een nieuwe plant en vooraleer je het beseft, is je volledige collectie aangetast. Naast Cucumeris roofmijten kan je Chrsyop uithangen om de tripslarven aan te pakken. Cucumeris voedt zich voornamelijk met eitjes en jonge larven terwijl de larven van de gaasvlieg ook de grote larven aanpakken.