9,4 / 10 op 6000+ reviews: Lees recensies van onze klanten

Lieveheersbeestjes

Lieveheersbeestjes, ze zijn niet alleen mooi om te zien maar ze gaan ook de plaag aanpakken waar je zo graag vanaf wilt! Ze zijn samen met de larven van de gaasvlieg de belangrijkste natuurlijke bestrijder. Wil je graag weten van welke plaag je ze vanaf helpen? Dat lees je hieronder!
... Lees meer
Geen producten gevonden voor deze selectie.

Als er één insect is dat iedereen graag ziet, is het een liefheersbeestje. Men heeft er eindeloos veel namen voor verzonnen en geeft er allerlei krachten aan. Maar in eerste instantie is het samen met de larven van de gaasvlieg de belangrijkste natuurlijke bestrijder van bladluizen.

Ja, iedereen wil graag lieveheersbeestjes in de tuin! Lok en zorg voor de lieveheersbeestjes zodat ze je tuin met plezier bevolken. Als je voldoende lieveheersbeestjes hebt, zal je niet eens merken dat je ook af en toe bladluizen hebt. Ze zorgen voor een natuurlijk evenwicht en dat is ideaal! De natuur houdt zichzelf in balans als wij niet teveel ingrijpen!

We zijn terecht fier over de informatie van lieveheersbeestjes die we je aanbieden. Hieronder lees je alles wat je wilt weten over dit thema.

Lieveheersbeestje

Wat zijn lieveheersbeestjes?

Lieveheersbeestjes zijn insecten van de orde Coleoptera, wat kevers betekent. Kevers zijn insecten en hebben zes poten. Ze behoren tot de familie Coccinellidae, vandaar het Franse woord Coccinelle. Ze worden gekenmerkt door een ovaalachtig lichaam met ondoorzichtig dekschild en daaronder vliegvleugels. Een lieveheersbeestje heeft dus 4 vleugels: twee buitenste dekschilden en twee binnenste vliesvleugels die een effectieve vliegfunctie hebben.

Levenscyclus van lieveheersbeestjes

Het lieveheersbeestje kent in zijn ontwikkeling 4 stadia: ei, larve, pop en adult (volwassen lieveheersbeestje).

Eitjes van het lieveheersbeestje

Eitjes van lieveheersbeestjes

Lieveheersbeestje eitjes zijn geel-oranje van kleur en enkele millimeters groot. Ze staan rechtopstaand op bladeren en worden in een cluster aan de onderkant van bladeren afgezet. Ze lijken fel op eitjes van coloradokevers. De eitjes zijn aanvankelijk geel maar verkleuren naar oranje en vervolgens naar zwart: op dat moment is het eitje rijp en zal de larve uit het eitje komen.

Een vrouwelijk lieveheersbeestje kan 20 tot 50 eitjes per dag afleggen. De eitjes komen na 4 tot 10 dagen uit, afhankelijk van de temperatuur. Enkele soorten lieveheersbeestjes vormen hierop een uitzondering en leggen de eitjes niet in groep af maar afzonderlijk of per 2 of 3 eitjes.

Larven van het lieveheersbeestje

Larve van lieveheersbeestje

Hoe zien de larven van lieveheersbeestjes eruit? De larf van het lieveheersbeestje ziet er helemaal anders uit dan het volwassen kevertje. Het zijn krokodilvormige, langwerpige insecten en worden daarom vaak niet herkend en uit onwetendheid gedood.

In het beginstadium als de larve net uit het ei is gekropen, is deze één millimeter klein. Ze vervellen 3 keer, er zijn dus 4 larvale stadia. De ontwikkeling van de larve van lieveheersbeestje duurt ongeveer 20 dagen (afhankelijk van de temperatuur) om vervolgens te verpoppen. Op die tijd groeit de larve uit tot een goed zichtbaar langwerpig insect van een kleine cm. Larven variëren in kleur en patroon, net als de volwassen lieveheersbeestjes. Vele larven zijn grijs van kleur maar soms ook geel, bruingeel of bruin. Naarmate de larven groter worden, vallen ook de stippen op hun achterlijf meer op. Een larve begint gelijk te eten: lege eischalen, onbevruchte eitjes en daarna vooral bladluizen. De larve eet tijdens zijn ontwikkeling tot pop zo'n 200 á 600 bladluizen.

Pop van het lieveheersbeestje

Poppen van lieveheersbeestjes

De larve eet totdat zijn huid als het ware barst. Onder de oude huid is een nieuwe huid die vochtig en zacht is. Daardoor verandert de larve in een pop. Voor het verpoppen hechten de larven zich met behulp van een schijnvoet vast. Daarom lijkt de pop vastgeplakt aan het blad, ze blijft daar onbeweeglijk liggen gedurende de hele verpoppingstijd. Dit duurt tussen 7 en 10 dagen. De pop is ongeveer 3,5 mm groot, donkergrijs tot zwart met gele vlekken. Poppen variëren eveneens van kleur: geel, oranje, grijs, bruin of zwart met al dan niet stippen op de achtergrondkleur.

Eerste uren van het lieveheersbeestje

Adulten

Uiteindelijk komt het volwassen insect tevoorschijn door de pophuid te scheuren. Op het moment dat het lieveheersbeestje uit de pop komt, heeft het gele dekschilden zonder patronen. Het is pas na enkele uren dat de dekschilden uitharden en dat de gele kleur plaats maakt voor het kleurenpatroon. Dit laatste ontstaat doordat het lieveheersbeestje bloed pompt in het dekschild en de vleugels.

De ontwikkeling van ei tot lieveheersbeestje duurt ongeveer 3 weken bij een temperatuur van 20-25°C. Sommige lieveheersbeestjes hebben 1 generatie per jaar, anderen hebben 2 of meer generaties naargelang de temperatuur en het beschikbare voedsel.

De snelheid van voortplanting van het lieveheersbeestje is afhankelijk van de temperatuur en het voedselaanbod. Lieveheersbeestjes zijn actief tussen 13 en 35°C en verdragen 30 tot 90 % luchtvochtigheid. De optimale temperatuur ligt tussen 24-28°C en een hoge luchtvochtigheid van 80-90%.

Soorten lieveheersbeestjes en hun waardplanten

In België en Nederland komen een 60tal soorten voor en wereldwijd wel 5000 soorten lieveheersbeestjes. De meest voorkomende en daardoor ook de meest bekende soort is het zevenstippelig lieveheersbeestje. Mensen kijken vaak raar op als ze een zwart lieveheersbeestje of een geel lieveheersbeestje zien maar het is heel normaal. Veel soorten hebben verschillende patronen van dekschilden. Zo heeft ons 2-stippelig lieveheersbeestje dat we verkopen een rode en een zwarte variant.

We geven hieronder een overzicht van de belangrijkste lieveheersbeestjes in België en Nederland. Sommige lieveheersbeestjes hebben specifieke waardplanten (dwz planten waar ze graag op leven en goed op ontwikkelen), andere lieveheersbeestjes hebben geen speciale voorkeur.

Het zevenstippelig lieveheersbeestje en het 2-stippelig lieveheersbeestje is een kevertje dat geen specifieke voorkeur heeft voor bepaalde planten. Daarom worden ze gecommercialiseerd. Ze kunnen op alle soorten planten, heesters en bomen uitgezet worden om bladluizen te bestrijden. En jij hoeft niet te weten welke bladluis je hebt!

Lieveheersbeestjes die geen specifieke waardplanten hebben

  • Zevenstippelig lieveheersbeestje (Coccinella septempunctata), zeer algemeen voorkomend, vooral in de kruidlaag.
  • Schitterend lieveheersbeestje (Coccinella magnifica), zeer zeldzaam, in omgeving van rode bosmieren.
  • Tweestippelig lieveheersbeestje (Adalia bipunctata) met binnen deze groep nog 3 variëteiten die te onderscheiden zijn door een verschillend dekschild, algemeen voorkomend op diverse planten, bedreigd.
  • Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) kent zeer veel varianten in patronen en kleuren van dekschilden, geïmmigreerd in Europa en nu wijdverspreid op diverse planten.
  • Ruigtelieveheersbeestje (Hippodamia variegata), meer verspreid in Vlaanderen dan in Nederland, op lage planten en heesters.

Lieveheersbeestjes die van grasland en weiland houden met hun kruidachtige bloemen

  • Veertienstippelig lieveheersbeestje (Propylea quatuordecimpunctata), algemeen voorkomend, bestaat in zwart dekschild met gele vlekken en geel dekschild met zwarte vlekken, diverse waardplanten.
  • Ruigtelieveheersbeestje (Hippodamia variegata), meer verspreid in Vlaanderen, zeldzaam in Noord-Nederland, diverse waardplanten, lage planten en heesters.
  • Elfstippelig lieveheersbeestje (Coccinella undecimpunctata), algemeen voorkomend, kruidachtige planten.
  • Zestienpuntlieveheersbeestje (Tytthaspis sedecimpunctata), verspreid voorkomend, grasland.
  • Citroenlieveheersbeestje (Thea vigintiduopunctata) of tweeëntwintigstippelig lieveheersbeestje is geel van kleur met zwarte vlekken,verspreid voorkomend, grasland en kruidachtige planten zoals berenklauw.
  • Vierentwintigstippelig lieveheersbeestje (Subcoccinella vigintiquatuorpuncatata), vooral in centraal Nederland, laaggroeiende planten.
  • Negentienpuntlieveheersbeestje (Anisosticta novemdecimpunctata), verspreid voorkomend, op riet en andere waterplanten.

Lieveheersbeestjes die graag op loofbomen vertoeven

  • Tienstippelig lieveheersbeestje (Adalia decempunctata) met 3 varianten met verschillend dekschild, algemeen verspreid op loofbomen.
  • Roomvleklieveheersbeestje (Calvia Quatuordecimguttata), algemeen verspreid op loofbomen.
  • Meeldauwlieveheersbeestje (Halyzia sedecimguttata), algemeen verspreid, vooral op esdoorn en es.
  • Wilgenlieveheersbeestje (Chilocorus renipustulatus), verspreid voorkomend, vooral op wilg, populier, es en berk.
  • Heidelieveheersbeestje (Chilocorus bipustulatus), verspreid voorkomend maar niet in West-Vlaanderen, Zeeland en Groningen, op heide en es.

Lieveheersbeestjes die graag op naaldbomen verblijven

  • Oogvleklieveheersbeestje (Anatis ocellata) met 2 variëteiten, voornamelijk noorden van Vlaanderen, op grove den.
  • Harlekijnlieveheersbeestje (Harmonia quadripunctata) met 2 variëteiten, verspreid in Vlaanderen, niet in Noord-Nederland.
  • Achttienstippelig lieveheersbeestje (Myrrha octodecimguttata), zeldzaam, op volgroeide grove den.
  • Bruin lieveheersbeestje (Apidecta obliterata), verspreid in Vlaanderen, zeldzamer in Nederland, in spar en lork.
  • Viervleklieveheersbeestje (Exochomus quadripustulatus), vrij algemeen, naaldbomen, es en berk.
  • Gestreept lieveheersbeestje (Myzia oblongoguttata), zeldzaam, in grove den.

Wil je foto's zien van alle soorten, koop dan onze determinatiekaart lieveheersbeestjes.

Wat lijkt op een lieveheersbeestje?

Vuurwantsen lijken op lieveheersbeestjes

Vuurwantesen

Een vuurwants lijkt een plat lieveheersbeestje: vuurrood van kleur met zwarte stippen. Vuurwantsen hebben, net als lieveheersbeestjes, verschillende variaties in dekschilden. Ze kunnen het hele jaar worden waargenomen. Een vuurwants is totaal onschadelijk en bijt niet. Ze zijn nuttige helpers in je tuin: ze zuigen afgevallen bladeren en insecten leeg. Als vuurwantsen binnen in huis komen, kan je ze best gewoon terug buiten zetten of opzuigen met de stofzuigertechniek. (zie hieronder bij hoe lieveheersbeestjes verwijderen uit huis).

Wilgenhaantjes lijken op lieveheersbeestjes

Het wilgenhaantje

Het 20-stippelig of gevlekt wilgenhaantje behoort tot de familie van de bladkevers. De kleur van het dekschild kan grijswit, geel of rood zijn waardoor deze kever heel vaak wordt verward met lieveheersbeestjes. De larven van het wilgenhaantje lijken trouwens van vorm ook op de larven van lieveheersbeestjes.

Je vindt ze vooral op loofbomen zoals berk, populier en vooral wilgensoorten. Zowel de larven als de kevers voeden zich met bladeren en kunnen op korte tijd de hele boom leegvreten. Enkel de nerven blijven over. Dit doet zich voor in de maand juni. Meestal heeft het wilgenhaantje maar één generatie per jaar. Hoe warmer het is, hoe massaler ze voorkomen.

Het wilgenhaantje kan je niet met een bestrijdingsmiddel aanpakken gezien de bomen meestal te hoog en te omvangrijk zijn om bespoten te worden. Bovendien dood je dan ook de nuttige insecten die aanwezig zijn en die heb je juist nodig. Belangrijk is de biodiversiteit in je tuin vergroten zodat je zoveel mogelijk nuttige insecten en vogels aantrekt die de eitjes en larfjes lusten. De bomen – zeker wilgenbomen - herstellen zich redelijk snel na de vraat.

Adalia bipuctata of het 2-stippelig lieveheersbeestje

Het 2-stippelig lieveheersbeestje is tussen 3.5 en 6 mm groot en behoort daardoor tot de kleinere inheemse soorten. Het is een algemeen verspreide soort in Europa. Ze zijn erg populair als bladluisbestrijder en worden met dat doel ook gekweekt. Gekweekte larven of volwassen lieveheersbeestjes worden uitgezet op planten, heesters of laanbomen waar bladluizen moeten opgeruimd worden. Lieveheersbeestjes en hun larven kunnen ook binnenshuis of in een kas gebruikt worden als biologische bestrijder.

Het 2-stippelig lieveheersbeestje voedt zich met bladluizen maar ook andere insecten zoals eieren van rupsen en spintmijten staan op het menu. Net als andere bladluisetende lieveheersbeestjes zijn ook deze 2-stippige soort carnivoor en durven ze hun eigen soortgenoten opeten. Vrouwtjes eten echter in het algemeen niet hun eigen nakomelingen op en jonge larven niet de eitjes van hun ouders.

Bij de 2-stippelige lieveheersbeestjes bestaan de nakomelingen voor 90% uit vrouwtjes. Dit heeft te maken met mannetjesdodende bacteriën die in de geslachtsorganen van veel vrouwtjes aanwezig zijn waardoor ze enkel nog bevallen van vrouwelijke nakomelingen.

Zwarte variant van het lieveheersbeestje

Adalia bipunctata kent 3 hoofdvarianten met name eentje met rood dekschild en 2 zwarte stippen en twee varianten met zwart dekschild en 2 of 4 rode stippen. De zwarte variant komt meer voor dan de rode variant. Omdat mensen deze vormen niet herkennen als inheemse soort, worden ze vaak verward met de Aziatische variant en daarom gedood.

Aan de basis van de veelkleurigheid van het 2-stippelig lieveheersbeestje ligt een genetisch dimorfisme waarbij de melanische vorm (zwarte) dominant is over de rode vorm. De genetische variatie is echter groot en verschillende tussenvarianten komen voor waarbij stippen en vlekken in elkaar overlopen. In het westen en noorden van Nederland komen vooral rode exemplaren voor en in het oosten en zuiden vooral zwarte (melanische) kevers. De variatie is gecorreleerd met de hoeveelheid zonuren in die gebieden. Zwarte kevers warmen sneller op en kunnen dus eerder actief zijn. (Bron: Wikipedia).

Aziatisch lieveheersbeestje bestrijden?

Sinds 1990 werden Aziatische lieveheersbeestjes in Europa ingevoerd om als biologische bestrijders uit te zetten in kassen en op laanbomen. Het insect Harmonia Axyridis paste zich snel aan in Europa en werd in 1999 voor het eerst in het wild waargenomen in Duitsland. In 2001 werd Harmonia bestempeld als een invasieve soort die de inheemse soorten verdrong en met uitsterven bedreigde. Ze hadden aanvankelijk geen natuurlijke vijanden hier en bij gebrek aan voedsel aten ze ook larven van inheemse lieveheersbeestjes, larven van gaasvliegen en in het najaar rijpend fruit. Uit onderzoek van die tijd bleek dat 5 inheemse soorten in verspreiding daalde. Het 2-stippelig lieveheersbeestje daalde het sterkst met wel 30 %.

Vanaf 2011 zag men gelukkig terug een spontane afname van het aantal Aziatische lieveheersbeestjes in de natuur en in 2016 deed men de voorzichtige analyse dat de komst van Harmonia de inheemse soorten sterk in aantal heeft doen afnemen maar dat de inheemse soorten toch stand houden. Er ontstaat een nieuw evenwicht. Ondertussen zijn er ook natuurlijke vijanden die het Aziatische lieveheersbeestje lusten.

Verschil herkennen tussen een inheems lieveheersbeestjes en de Aziatische varianten?

Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is moeilijk van de inheemse soorten te onderscheiden, omdat de Aziatische soort een zeer grote variatie heeft van dekschilden en kleurpatronen.

  • Op de kleur alleen kan je dus niet oordelen. Bijvoorbeeld: het inheemse lieveheersbeestje ’Adalia bipunctata’ bestaat evenals een Aziatische variant in een zwart kleedje met 2 rode stippen. Deze twee worden het vaakst verward. Het 2-stippelig lieveheersbeestje is echter kleiner dan Harmonia, heeft een andere halsschild en zwartgekleurde poten. Je moet dus al zeer goed in detail gaan kijken!
  • Ook andere inheemse soorten lijken van dekschild en kleurpatroon op de Aziatische soort. Denk maar aan het Harlekijn lieveheersbeestje, Harmonia quadripunctata en het 10- stippelig lieveheersbeestje welk lijken op een Aziatische variant en toch inheems zijn.
  • Het Aziatische lieveheersbeestje is tussen 5 en 8 mm groot, dus groter dan veel inheemse soorten maar dit zie je pas echt goed als je ze met elkaar kan vergelijken. Het 7-stippelig lieveheersbeestje en het Harlekijnlieveheersbeestje zijn trouwens even groot als het veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje maar het kleurpatroon op het halsschild is anders. Dit laatste determineren is voor een leek zeer moeilijk.
  • Aziatische lieveheersbeestjes overwinteren graag in groep in huizen en gebouwen maar let op, 2-stippelige lieveheersbeestjes doen dat ook graag!
  • Aziatische lieveheersbeestjes zouden gekenmerkt worden door een deukje aan de uiteinde van hun dekschilden. Als je dit ziet, kan je zeker zijn dat het om een Aziatische variant gaat want inheemse soorten hebben dit niet.

Samengevat: de combinatie van vier criteria wijst op een Aziatische variant:

  • Meer dan 5 mm groot.
  • De kleur van het halsschild (deel tussen kop en achterlijf) heeft 3 typische motieven : bleek met een donkere « M », bleek met een ‘pootafdruk van een kat’, zonder bijkomende vlekken; zwart met brede, bleke randen.
  • De kleur aan de onderzijde van het lijfje: zwart in het midden met daarrond een lichtoranje rand.
  • Een deukje aan het uiteinde van de dekschilden.

Let dus goed op! Dood niet in het wilde weg lieveheersbeestjes die bij jou overwinteren in huis met het idee dat het toch wel Aziatische zullen zijn! Op die manier kan je ook inheemse lieveheersbeestjes doden!

Momenteel worden er enkel inheemse lieveheersbeestjes verkocht voor biologische bestrijding met name Adalia Bipunctata die zowel voorkomt in een rode (rood dekschild met 2 zwarte stippen) als zwarte variant (zwart dekschild met 2 rode stippen) en het 7-stippelig lieveheersbeestje. Beide soorten zijn inheems, algemeen verspreid en eten bladluis op alle soorten planten. Door het uitzetten van Adalia bipunctata of het 2-stippelig lieveheersbeestje help je de natuur om deze populatie terug op te bouwen.

Wat eten lieveheersbeestjes?

Wat eet een lieveheersbeestje? Bladluizen toch, zal je zeggen! Het voedsel van lieveheersbeestjes is echter meer divers dan we denken. De meeste onder ons veronderstellen dat lieveheersbeestjes bladluizen eten maar ze eten nog veel meer en ze eten het ook niet allemaal.

Sommige lieveheersbeestjes zijn gespecialiseerd in een bepaalde voedselkeuze terwijl andere soorten generalisten zijn en veel prooien op hun menu hebben staan. Er zijn ook vegetarische lieveheersbeestjes.

Larven van lieveheersbeestjes en lieveheersbeestjes eten bladluis

Lieveheersbeestjes eten bladluis

Bij de meeste mensen zijn lieveheersbeestjes bekend als bladluiseters. In principe eten lieveheersbeestjes alle soorten bladluizen. Wat ze niet eten zijn takluizen. Dit zijn luizen die zich op de takken bevinden in plaats van op de bladeren. Ze zijn veel groter dan bladluizen en te groot voor de kleine larven van lieveheersbeestjes. Grote larven in het vierde larvestadium zouden deze takluizen wel aan kunnen.

Lieveheersbeestjes eten ook andere insecten dan bladluizen

Lieveheersbeestjes die zich voeden met prooien, eten behalve bladluis ook andere kleine diertjes zoals kleine larven van andere insecten, bladhaantjes, tripslarven en spintmijten. Ook eieren van vlinders en jonge rupsen kunnen op het menu staan.

Adalia bipunctata wordt verkocht als biologische bestrijder, op de eerste plaats tegen bladluis maar eveneens tegen spintmijten.

Op het einde van de zomer als de bladluizen schaars worden, voeden lieveheersbeestjes zich ook met stuifmeel en schimmelsporen. In het vroege voorjaar, als ze net uit de winterslaap zijn gekomen, voeden ze zich met nectar of jonge blaadjes om vocht binnen te krijgen. Dit is echter maar tijdelijk en van korte duur. Zo vlug er insecten aanwezig zijn, schakelen ze over op hun niet-vegetarisch menu.

Kannibalisme bij larven van lieveheersbeestjes

Kannibalen

Lieveheersbeestjes eten in momenten van voedselschaarste elkaar op. Om die reden levert Biogroei de larven van lieveheersbeestjes in een zeer jong stadium, samen met voedsel. Zo vermijden we dat de larfjes elkaar gaan opeten in het doosje.

Vegetarische lieveheersbeestjes eten meeldauw

Vegetariërs

Er zijn ook vegetariërs onder de lieveheersbeestjes. Het 16-stippelig lieveheersbeestje, het 22- stippelig, het citroen lieveheersbeestje en het meeldauw lieveheersbeestje voeden zich met meeldauw. Dit is een witte schimmel die vaak in het najaar spontaan op tal van planten verschijnt zoals courgetten, pompoenen of komkommers in de groenteteelt maar die ook zeer frequent op sierplanten of fruit voorkomt.

Twee soorten lieveheersbeestjes (24-stippelig en heggenrank lieveheersbeestjes) voeden zich met planten, evenals het in 2014 ontdekte onbestippeld lieveheersbeestje. Het heggenrank lieveheersbeestje komt het meest voor van de drie. Zoals de naam aangeeft, komt het voor op heggenrank en andere soorten uit de komkommerfamilie. Het 24-stippelig lieveheersbeestje wordt in Nederland vooral op dagkoekoeksbloemen aangetroffen maar het voet zich ook met klavers.

Lieveheersbeestjes overwinter in Salie

Hoe overwinteren lieveheersbeestjes?

Jonge lieveheersbeestjes eten zich vol in het najaar om te kunnen overwinteren. Oude lieveheersbeestjes sterven meestal vóór de winter.

Waar lieveheersbeestjes hun winterslaap doen is erg verschillend van soort tot soort. De meeste inheemse lieveheersbeestjes overwinteren buiten in de natuur in de strooisellaag, tussen afgestorven plantendelen, in groenblijvende heesters (vb brem, conifeer, skimmia,klimop, ...) of in spleten in de schors van loofbomen of coniferen, in de bodem, in dood hout, in mos of graspollen, ...

Ook afgestorven bloemschermen en overblijvende kruiden vormen een mooie overwinteringsplaats voor lieveheersbeestjes. Als je de planten in het voorjaar snoeit, komen de lieveheersbeestjes uit het snoeisel tevoorschijn.

Lieveheersbeestjes bestrijden in huis

Sommige lieveheersbeestjes kiezen om in groep in kieren van ramen of binnenshuis te overwinteren. Dit is meestal van november tot en met februari. Zo vlug het in het voorjaar weer opwarmt, verlaten ze hun schuilplaats. Zo kan het lijken dat je op een bepaald moment een invasie van lieveheersbeestjes hebt!

Zijn lieveheersbeestjes schadelijk in huis?

Overal waar nauwe plekjes zijn, kunnen lieveheersbeestjes overwinteren. Ze eten niet tijdens de winter en zitten gewoon stil in kieren en spleten. Je kan ze gewoon laten overwinteren in je huis en in het voorjaar gaan ze vanzelfs naar buiten. Het is pas als ze in hele grote aantallen aanwezig zijn, dat je overlast kan hebben. Ingeval van een lieveheersbeestjes plaag ruik je hun specifieke geur en kunnen muren en plafonds bevuild worden, vooral als ze in een warme ruimte zitten waar ze vanaf februari-maart terug actief worden. Maar geen paniek! Lieveheersbeestjes bijten niet en zijn niet giftig voor ons. Echt bestrijden van lieveheersbeestjes is niet aangewezen gezien ze zeer nuttig zijn in de natuur en bestrijdingsmiddelen schadelijk zijn voor onszelf. De beste methode om hen te verwijderen bij overlast is de stofzuigtechniek.

Hoe lieveheersbeestjes verwijderen uit huis?

Laat een nylonkous in de binnenkant van de stofzuigerbuis zakken en bevestig deze met een elastiekje aan de buitenkant van de buis zodat die niet kan loskomen bij het zuigen. Je zuigt de lieveheersbeestjes op door de stofzuiger op een lage zuigstand te zetten. Ze komen in de nylonkous terecht en op die manier kan je ze buiten terug vrijlaten zonder ze te beschadigen. Doe dit in het voorjaar, dan zullen ze wegvliegen in de natuur. Als je dit in het najaar doet als ze zich net in huis genesteld hebben, zullen ze terug binnenkomen omdat ze willen overwinteren.

Hoe beschermen lieveheersbeestjes zichzelf?

Iedereen die al een lieveheersbeestje heeft vastgenomen, herkent het fenomeen dat het lieveheersbeestje een gele, plakkerig en vies ruikende vloeistof uitscheidt, dit noemt men ‘reflexbloeden’. Door de snelheid waarmee het lieveheersbeestje die vloeistof uitscheidt, lijkt het er op dat het lieveheersbeestje je 'bijt' maar dat is helemaal niet zo.

Het is ook geen ontlasting van het lieveheersbeestje, wat vaak wordt gedacht. De afscheiding of bloedvloeistof is ondanks de naam ook geen bloed, maar een speciale afweerstof die enkel dient om vijanden af te schrikken. De vloeistof ruikt onaangenaam, smaakt erg bitter en is kleverig zodat het goed blijft plakken. De bloedvloeistof bevat bovendien een alkaloïde stof die giftig is voor dieren, voornamelijk vogels. Reflexbloeden is dus een afweermechanisme om zichzelf te beschermen bij gevaar.

Uit onderzoek blijkt dat het 7-stippelig lieveheersbeestje veel giftiger is voor jonge koolmezen dan andere lieveheersbeestjes zoals bijvoorbeeld het 2-stippelig lieveheersbeestje (Adalia bipunctata).

Dit komt doordat er relatief veel alkaloïden in het reflexbloed aanwezig zijn in vergelijking met andere soorten. Het 2-stippelig lieveheersbeestje gaat relatief meer bloed afscheiden maar het bloed is minder rijk aan alkaloïden. De hoeveelheid alkaloïden in het reflexbloed wordt bepaald door de grootte en levenswijze van de lieveheersbeestjes.

Het 2-stippelig lieveheersbeestje is klein en verstopt zich meer waardoor deze soort voornamelijk door roofinsecten gegeten wordt. Het 7-stippelig lieveheersbeestje daarentegen is groter en zoekt vaak zon beschenen plaatsen op, wat de verhoogde concentratie cocceline verklaart.

Het reflexbloeden is dus echt essentieel voor de overleving van de lieveheersbeestjes.

De rode of felgele kleur van het dekschild van lieveheersbeestjes zorgt op zich ook voor een afweermechanisme. In de natuur betekent fel rood of geel ‘gevaar’ en oneetbaar waardoor de lieveheersbeestjes over het algemeen gerust gelaten worden.

Ze kunnen bij gevaar ook hun antennes en poten intrekken en zich als een bolletje laten vallen in het groen van planten waardoor ze niet meer terug te vinden zijn.

Natuurlijke vijanden van lieveheersbeestjes

Net zoals lieveheersbeestjes natuurlijke vijanden zijn van bladluis heeft ook het lieveheersbeestje enkele natuurlijke vijanden.

  • Een natuurlijke vijand van het 7-stippelig lieveheersbeestje is een wesp Perilitus coccinellae, die haar eitjes legt in lieveheersbeestjes waardoor deze laatste worden geparasiteerd d.w.z. dat ze van binnenuit worden leeggegeten door de nieuwe wesp die zich in het lieveheersbeestje ontwikkelt. Perilitus coccinellae ©Martin Harvey Dinocampus coccinellae of Perilitus coccinellae is een insect dat behoort tot de orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera) en de familie van de schildwespen (Braconidae). Bron Wikipedia. Behalve het 7-stippelig lieveheersbeestje, parasiteert deze wesp nog andere soorten lieveheersbeestjes maar niet bij alle soorten ontwikkelt de larve zich tot wesp.
  • Vogels zouden de lieveheersbeestjes wel willen eten maar zo vlug een vogel het waagt, scheiden ze een vieze geelachtige vloeistof uit (= reflexbloeden) waardoor ze het lieveheersbeestje weer laat vallen.
  • Mieren zijn voor de meeste larven en volwassen lieveheersbeestjes geduchte vijanden. De mieren zijn immers verzot op de suikeruitscheiding van bladluizen en vallen daarom de lieveheersbeestjes lastig, ze worden door de mieren herkend als bladluispredators. Vooral de larven van lieveheersbeestjes kunnen in snel tempo door mieren doodgebeten worden.
  • Voor alle vleesetende lieveheersbeestjes geldt dat de larven elkaar kunnen opeten als er onvoldoende voedsel aanwezig is op de planten. Ze zijn dus natuurlijke vijanden van elkaar. Zo wordt vooral het Aziatisch lieveheersbeestje als bedreiging gezien omdat zij –doordat ze groot zijn- vaak larven van inheemse soorten verorberen.

Bij aanvang dacht men dat de Aziatische varianten geen natuurlijke vijanden hadden behalve mieren maar dat is in de loop van de jaren veranderd. Onderzoekers hebben schimmels, nematoden en in mindere mate mijten gevonden die deze soort aanvallen. Er zijn sterke aanwijzingen dat vrouwtjes die met nematoden geïnfecteerd zijn, geen eitjes meer leggen. Men vindt ook hoge aantallen schimmelinfecties bij de Aziatische soorten.

Lieveheersbeestjes kweken

Het is zeker mogelijk om zelf lieveheersbeestjes te kweken om in je tuin uit te zetten.

Enkele opmerkingen vooraf

Veel mensen zullen lieveheersbeestjes gaan zoeken in de natuur. Besef dat het wettelijk verboden is in België om lieveheersbeestjes te vangen en ze in gevangenschap te houden, ongeacht hun ontwikkelingsstadium. Deze wettelijke bescherming wordt geregeld door een koninklijk besluit van 1980. In Nederland geldt deze wettelijke bescherming van lieveheersbeestjes niet.

Als je lieveheersbeestjes gaat zoeken in de natuur, wees er dan zeker attent op dat je niet het Aziatische lieveheersbeestje vangt om te kweken want deze soort moet niet verder uitgebreid worden. Dus zoek zeker inheemse soorten. Je kan ook beginnen met volwassen lieveheersbeestjes van Adalia Bipunctata aan te kopen.

De volwassen lieveheersbeestjes plaats je in een grote, gesloten bak met luchtgaten en zet je op kamertemperatuur maar wel uit de zon. Je voegt dagelijks voldoende voedsel toe, bladluizen op bladeren zijn ideaal om te voeden en ook het beste om de lieveheersbeestjes op kracht te houden. Ze moeten immers paren en eitjes leggen. Voorzie voldoende blaadjes of stukjes papier waar de adulten hun eitjes op kunnen afleggen. Eenmaal je voldoende eitjes hebt, kan je de volwassen lieveheersbeestjes terug loslaten in de natuur.

De papiertjes of blaadjes waar eitjes van lieveheersbeestjes op aanwezig zijn, leg je terug in een keukenbakje of plastiek potje dat je na verloop van tijd moet kunnen afsluiten. Bovenop het bakje doe je een natte doek (zakdoek) die je elke dag 1 tot 2 x opnieuw bevochtigt. De eitjes moeten een hoge luchtvochtigheid hebben om uit te komen, anders zullen ze verdrogen. De keuken of badkamer is daarom een ideale plek om het kweekbakje te zetten. Het bakje mag niet in de volle zon gezet worden om dezelfde reden. Doe in het bakje meteen veel kleine papiersnippers. Je knipt fijne witte papieren reepjes (maximum 0.5 cm breed en 8 cm lang) die je nadien wat bij elkaar frommelt zodat er een volume ontstaat en die voeg je toe in het keukenbakje.

Als de larven uitkomen, zullen ze op de papiersnippers kruipen en zo kan je ze na verloop van tijd gemakkelijk buiten of binnen tussen de bladluiskolonies uitzetten. Op het moment dat de eerste larven, millimeter klein zichtbaar zijn, moet er voldoende voedsel (bladluis of Nutrimac) aan de kweek worden toegevoegd. Dit is een natuurlijk proces, dus verwacht niet dat alle eitjes larven zullen worden. Laat de larven niet te groot worden in het potje want dan gaan ze elkaar opeten. Dus zo vlug larven goed rondkruipen in het potje, deze eruit halen en uitzetten op de planten.

Je laat uiteindelijk enkele larven in het potje om terug te verpoppen en een volwassen lieveheersbeestje te worden. Hiermee kan je de kweek opnieuw opstarten.

Larven van lieveheersbeestjes kopen

Bij Biogroei kan je lieveheersbeestjes larven kopen in verschillende hoeveelheden: per 50, 100, 200 of 300 stuks.

Adalia, larven van lieveheersbeestjes uitzetten rechtstreeks op het blad

Hoe Adalia larven van lieveheersbeestjes uitzetten?

De larven van lieveheersbeestjes worden geleverd in een substraat van papiersnippers in het eerste en tweede larvestadium, dus zeer klein.

Op die manier blijven de larven gedurende enkele weken als larven op je planten actief. Tijdens deze periode voeden ze zich met bladluizen. Het is de bedoeling dat de larven zo snel mogelijk na ontvangst worden uitgezet. Indien dit niet mogelijk is, kan je ze nog 1 tot 2 dagen bewaren op 8 tot 10°C, liefst op een vochtige plaats. De koelkast is een goede optie maar zorg vooral dat ze niet te koud staat!

De beste keuze is om de larven rechtstreeks op de bladeren uit te zetten. Je kan dit doen door met je vingers de papieren snippers (die zich in het doosje bevinden samen met de larven) op te nemen en zo op de bladeren te verspreiden. Leg de snippers in de onmiddellijke omgeving van bladluishaarden.

Rechtstreeks op het blad uitzetten, kan enkel als de bladeren van de aangetaste planten voldoende groot zijn en het windstil is. Ingeval van wind of indien de blaadjes van de aangetaste planten te klein zijn, kan je gebruik maken van de meegeleverde papieren zakjes.

Adalia larven van lieveheersbeestjes uitzetten in filterzakjes van koffie

De papieren zakjes verklein je voor de helft en hang je met een wasspeld of paperclip aan een takje in de buurt van bladluizen of je klemt ze tussen de takken (bv bij een haag). In de papieren zakjes doe je dan telkens een klein aantal larven met substraat. Hoe beter je de larven verdeelt over de planten, hoe sneller de larven zich verspreiden over de totale bladoppervlakte en hoe sneller overal de luizen worden gegeten.

Je kan ook gebruik maken van een dun penseeltje. Als je met een penseeltje over een larve strijkt, hangt ze aan het borsteltje vast en kan je ze zo heel gericht in de buurt van bladluizen uitzetten. Dit is vooral interessant voor de larven die uit de papieren snippers zijn gekropen en zich op de zijkant van het doosje bevinden. Indien je geen penseeltje in huis hebt, kan je ook een sterk groen blad gebruiken. Met de punt van het blad schep je als het ware het lieveheersbeestje op onder de buik om het daarna ook zeer gericht uit te zetten.

Het is essentieel dat de larven direct na het uitzetten bladluizen vinden om te kunnen overleven.

Larven van lieveheersbeestjes buiten uitzetten in de boom

Hoe larven van lieveheersbeestjes in boom uitzetten?

Heb je laagstam of leibomen, kan je de bijgeleverde zakjes verkleinen en verspreid ophangen tussen het bladerdek. Je kan hiervoor ook bruine koffiefilterzakjes gebruiken die je voor de helft verkleind of bioboxen kopen. De zakjes of bioboxen hang je met wasknijpers op aan twijgjes om te vermijden dat ze loskomen bij wind.

Specifiek voor hoge fruitbomen, laanbomen en grote oppervlakten, is het mogelijk om larven te bestellen die in linnen zakjes geleverd worden. Je moet dan enkel het zakje losknopen (de larven zitten er al in) en het zakje met duimspijkers of kleine nageltjes aan de boom bevestigen zodat de larven vanuit het zakje in de boom kunnen kruipen. Het beste is om de linnen zakjes te hangen op de stam net onder de vertakkingen en dit op verschillende hoogtes.

Zie je dit zelf niet zitten, huur dan een boomklimmer in om je te helpen met het uitzetten.

Aandachtspunten bij het uitzetten van larven

  • Zet de larven van lieveheersbeestjes buiten niet uit tijdens zware regenval, storm, vorst of hittegolf. Volwassen lieveheersbeestjes kunnen overleven tussen 13°C en 35°C maar de kleine larven verdragen geen 35°C, ze verdrogen dan van de hitte. Als er een zware regenval of storm komt op het moment dat je de larven hebt uitgezet, kunnen de zakjes vol water lopen en de larven verdrinken. Wacht dus tot de hittegolf of storm voorbij is om larven van Adalia uit te zetten.
  • Bestrijding van bladluizen is minder doeltreffend zonder de eliminatie van mieren. Mieren beschermen de bladluizen en elimineren de larven. Ingeval van bomen, hang je in maart boombanden rond de boomstammen zodat de mieren niet meer in de boom kunnen klimmen. Op andere plekken bestrijd je eerst de mieren met Mier-run (als je de nest weet zijn) of met een ecologische mierendoosje.
  • Let op met het gebruik van insecticiden. Nog aanwezig residu kan de larven van lieveheersbeestjes afdoden. Contacteer ons eerst als je vooraf een chemisch of natuurlijk middel gebruikt hebt. Voor erkende producten kunnen we je zeggen hoe lang je moet wachten tussen de bespuiting en het uitzetten van de larven. Combineer ook geen insecticiden als je larven hebt uitgezet.

Hoeveel larven moet ik uitzetten?

Dit is altijd een moeilijke vraag. De hoeveelheid die moet uitgezet worden is afhankelijk van 3 factoren:

  1. De aantasting: Indien de plant/boom vol bladluis zit en er is al veel honingdauw (de suikeruitscheiding van de bladluis) op de bladeren en grond zichtbaar, heb je heel veel larven (al dan niet in combinatie met volwassen lieveheersbeestjes) nodig om de plaag onder controle te krijgen. Bovendien hebben de larven veel meer tijd nodig om alles op te ruimen en is een tweede keer uitzetten vaak noodzakelijk. Je kan in dit geval ook kiezen voor larven van Chrysopa, deze zijn in grote hoeveelheden verkrijgbaar en eten even veel.
  2. De soort bladluis: sommige luizen soorten ontwikkelen zich razendsnel zoals de wollige beukenbladluis en de rode paprikaluis. In dat geval is het aangewezen om bij een beginnende aantasting direct in te grijpen met een goede dosering. Zo niet loop je het risico dat de nuttigen het niet krijgen rond gegeten.
  3. De temperatuur van het moment: hoe warmer het is, hoe sneller luizen hun levenscyclus kunnen voltooien. De levensduur van de larve is afhankelijk van de temperatuur en van de hoeveelheid voedsel. Niet elke larve groeit uit tot een volwassen lieveheersbeestje.

Het snelste resultaat bekom je als je ingrijpt bij een beginnende aantasting. Dan heb je niet veel larven nodig en is het probleem snel opgelost. Lieveheersbeestjes vinden van nature de aangetaste planten op basis van de feromonen die bladluizen uitscheiden en op basis van geurstoffen die de aangetaste planten afgeven. Maar het duurt meestal wel een tijdje vooraleer de helpers komen opdagen. En dan moet je bekijken of ze met genoeg zijn. Alles hangt ervan af hoeveel schade en last je wilt of kan tolereren. Indien je dit niet wenst of kunt (bv bij restaurants), moet je uitzetten bij een begin van aantasting.

Enkele richtlijnen bij het uitzetten in functie van de aangetaste planten in geval van een lichte-normale aantasting:

  • 20 larven per m2 voor lage planten, lage rozenstruiken (tot maximum 60 cm hoog), bloemenperken of groenteplanten zoals sla, aardbeien, kolen.
  • Bij klimplanten zoals kamperfoelie, leifruit en klimrozen, bereken je eerst de m2 oppervlakte (lengte x hoogte) en zet je dan 20 larven per m2 uit.
  • 50 larven voor een kleine boom of struik zoals laagstam fruitbomen of kleine sierheesters.
  • 20 larven per lopende meter in geval van hagen met een max. haagbreedte van 1 m en een maximum hoogte van 1.20 m. Ingeval van hogere hagen, vermenigvuldig lengte van de haag x hoogte en reken 10 larven per m2. Indien de haag breder is, verdubbel het aantal larven. Bij zware aantasting nogmaals verdubbelen.
  • Bij grote bomen zoals linde, esdoorn, hoogstam fruitbomen zet je 100 larven per boom voor stammen tot 20 cm doorsnee, 250 larven bij stamdiameters tussen 20 en 50 cm en 300 larven per boom voor stammen met meer dan 50 cm doorsnee. Bij zware aantasting de hoeveelheid larven verdubbelen.

Volwassene lieveheersbeestjes kopen

Volwassen lieveheersbeestjes kunnen worden uitgezet bij een extreme bladluis- of spintplaag. Ze zouden tot 5000 bladluizen kunnen eten tijdens hun levensduur. Volwassenen kunnen binnenshuis of in kas worden uitgezet maar ook buiten in grote struiken of bomen en in dichte hagen. Het grote nadeel van volwassen lieveheersbeestjes is dat ze kunnen weg vliegen en de bestrijding daardoor niet gegarandeerd is. Het is vaak voldoende dat ze paren en eitjes afzetten, waardoor je op korte termijn larven krijgt. Er wordt aangeraden 10 à 20 volwassenen per boom uit te zetten. Volwassen lieveheersbeestjes moeten altijd in avondschemering worden aangebracht om te vermijden dat ze direct weg vliegen.

Lieveheersbeestjes en larven van lieveheersbeestjes bestellen doe je via hier: Adalia, larven van lieveheersbeestjes en volwassene lieveheersbeestjes.

Mieren en lieveheersbeestjes

Mieren zie je heel vaak in combinatie met lieveheersbeestjes. Dit heeft alles te maken met het feit dat bladluizen, net trouwens als schildluizen, dopluizen en witte vlieg, een suikersubstantie uitscheiden. Het teveel aan suikers dat ze samen met plantensap opzuigen, wordt terug uitgescheiden. Dit noemt men honingdauw. Wil je trouwens alles weten over bladluizen?

Mieren zijn verzot op deze honingdauw en beschermen de bladluizen tegen hun natuurlijke vijanden. Het gevolg daarvan is dat ze alle nuttige insecten die de bladluizen komen opruimen, gaan uitschakelen. Dit doen ze met larven van gaasvliegjes, larven van lieveheersbeestjes maar ook galmugcocons van Aphidoletes aphidimiza worden weggesleept.

Als je dus de larven van lieveheersbeestjes wilt inzetten als biologische bestrijders, kan je best de mieren eerst elimineren.

Gele boomlijmband tegen mieren

Ingeval van bomen, kan je in maart boombanden rond de stammen van de bomen aanbrengen zodat de mieren niet meer in de bomen kunnen. Dit doe je voor de mieren op de stammen kruipen, daarna is het te laat. Als je nog boombanden hangt op het moment dat de mieren in de bomen zitten, gaan een aantal mieren zichzelf opofferen om een brug te maken over de boomband zodat de soortgenoten zich toch nog kunnen verplaatsen.

Op andere plaatsen mieren elimineren, is niet zo eenvoudig. Als je de mierennest weet, kan je mier-run gebruiken. Als je de nest niet weet, gebruik je best een ecologische mierendoosje.

Als er geen mieren meer naar de aangetaste planten komen, kan je de bladluizen gaan bestrijden.

Lieveheersbeestkastje met oorworm

Insectenhotels voor lieveheersbeestjes

Lieveheersbeestkastjes of een lieveheersbeestje hotel is er in overvloed te koop, je kan ze uiteraard ook zelf maken.

Is het nuttig om een lieveheersbeestjeskastje te hangen?

De vraag is eigenlijk wat je ervan verwacht? Lieveheersbeestkastjes, net als alle insectenhotels zijn nuttig als ze van goede kwaliteit zijn en regelmatig worden vervangen. In een lieveheersbeestkastje kunnen ook andere nuttige insecten gaan schuilen zoals oorwormen, wat bij ons in de Biogroei-tuin het geval was. Dat is even leuk! Je geeft gewoon schuilplaatsen aan nuttige insecten en hoe meer die in jouw tuin komen wonen, hoe beter!

Het lieveheersbeestkastje is echter geen kweekkastje. Sommige mensen doen niets vermoedend levende larven van lieveheersbeestjes in zo’n kastje en denken dat die dan uitgroeien tot volwassen beestjes. Dit kan niet, de wet van de natuur zegt dat een larve voedsel nodig heeft om te groeien. Zonder bladluizen gaan ze dood en eten ze elkaar op.

Het lieveheersbeestkastje moet je zien als een schuilplaats voor nuttige insecten. Het belangrijkste is dat je je tuin inricht als een natuurlijke plek met veel bloemen waar je geen chemische middelen spuit en veel biodiversiteit is. Hoe meer biodiversiteit je creëert in je tuin, hoe meer nuttigen en dus ook lieveheersbeestjes je aantrekt. Meer weten over biodiversiteit creëren in je tuin?

Vleugelloze lieveheersbeestjes

Momenteel lopen er in Leiden en Wageningen proeven om vleugelloze lieveheersbeestjes te kweken. De mutant zonder vleugels werd in de jaren negentig ontdekt in de natuur. Het is zeer zeldzaam, in de natuur is nog maar 3 keren dergelijke mutant gevonden. Vleugelloosheid blijkt na onderzoek een kwestie van 1 gen te zijn dat recessief wordt overgeërfd.

Waarom interessant?

Momenteel worden altijd larven uitgezet in de strijd tegen bladluizen. De reden hiervoor is dat de larven niet kunnen wegvliegen en we dus gecontroleerd kunnen bestrijden.

Volwassen gevleugelde lieveheersbeestjes zoals we ze allemaal kennen, zouden na gemiddeld 4 u al van de plant weggaan waar ze op uitgezet worden. Dit is te snel om planten bladluisvrij te krijgen. De larven blijven langer op de planten en zijn bovendien veel hongeriger dan de volwassenen vandaar de keuze voor het uitzetten van de larven.

Uit studies blijkt nu dat de vleugelloze mutanten enkele dagen op de planten blijven. Als men er in slaagt om vleugelloze lieveheersbeestjes te kweken, dan heeft men hierbij 2 voordelen: ze blijven als volwassenen veel langer op de plant en leggen eitjes op de planten waar ze uitgezet worden waardoor na een week ook larven op dezelfde planten aanwezig zijn.

In Nederland is men volop bezig om vleugelloze lieveheersbeestjes te kweken. Er zijn momenteel nog problemen met de voortplanting in de zin dat de vleugelloze mutanten minderen eitjes afzetten dan de gevleugelde lieveheersbeestjes. Maar men werkt er hard aan om dit punt op te lossen. Daardoor zou het bestrijden van bladluizen met lieveheersbeestjes op korte termijn een bijzondere wending kunnen krijgen.

Nieuwe tendensen!

De voordelen die bij vleugelloze lieveheersbeestjes beschreven staan, kan je ook bekomen op een andere manier.

Als je larven van lieveheersbeestjes uitzet, gaan deze na ongeveer 2 à 3 weken verpoppen (afhankelijk van de temperatuur en de grootte van de geleverde larven) en valt daarna de biologische bestrijding stil. Om dit te vermijden raadt men sinds 2017 aan om tegelijk met de larven ook volwassen lieveheersbeestjes uit te zetten. Als de adulten eitjes leggen, zijn die larven geworden op het moment dat de gekochte generatie larven verpopt en krijg je op die manier een constante aanwezigheid van lieveheersbeestjeslarven in de aangetaste planten. Dit is uiteraard niet interessant voor enkele planten maar voor grotere oppervlaktes.