Wat zijn roofmijten?
Roofmijten zijn mijten die andere mijten of insecten aanvallen. De ene zijn dood is de andere zijn brood! Zo gaat dat in de natuur! Roofmijten zijn dus natuurlijke vijanden van schadelijke insecten waaronder spintmijten maar ook trips en bloedluizen. Roofmijten zijn over heel de wereld van nature aanwezig. Een aantal roofmijten worden gekweekt om als biologische bestrijders te gebruiken.
De ons bekende roofmijten behoren tot de familie Phytoseiidae met name Amblyseius , Neoseiulus, Phytoseiulus , Swirskiiseius, Typhlodromalus, Typhlodromips soorten en vele anderen.
Algemene levenscyclus van een roofmijt
Ei stadium
Eitjes worden afgelegd aan de onderzijde van het blad. Ze zijn zeer klein (0.1 mm) en ovaalvormig. Net na de ei-afleg zijn ze transparant, daarna kleuren ze geel tot oranje. Eitjes worden altijd in de omgeving van prooien afgelegd. Het eistadium duurt gemiddeld 2 tot 3 dagen.
Larve stadium
Roofmijten zijn max. 1 dag larve. In dit stadium hebben ze een ovaalvormig lichaam en 3 paar poten. Als ze nog geen voedsel hebben opgenomen, zijn ze bleek van kleur. Na het voeden verandert hun kleur van oranje tot donkerbruin, afhankelijk van de soort en het voedsel. Naargelang de soort zijn er trouwens niet-voedende en voedende larven. Bijvoorbeeld Phytoseiulus persimilis is een roofmijt waarbij de larven zich niet voeden.
Nimfen stadium
Nimfen lijken op volwassen roofmijten maar dan in een kleiner formaat. Ze hebben in dit stadium 4 paar poten. Er zijn prototnimfen en deutonimfen die telkens 1 à 2 dagen duren.
Adult
De volwassen roofmijten leven 1 tot 2 maanden. Ze zijn nog altijd zeer klein, tussen 0.3 en 0.6 mm. Ze hebben een druppelvormig, behaard lichaam. De ene soort al meer haren dan de andere. De kleur van de volwassen mijten varieert naargelang de soort.
Gemiddeld duurt de ontwikkeling van ei tot volwassen roofmijt 7 dagen bij 30°C en 36 dagen bij 15°C. Roofmijten kennen 4 tot 6 generaties per jaar, afhankelijk van de temperatuur en het voedselaanbod. In het algemeen komen ze van nature voor tussen april en september. Ze zitten meestal aan de onderkant van de bladeren waar ook de schadelijke insecten aanwezig zijn. Van nature aanwezige roofmijten overwinteren buiten als volwassen mijt in knopschubben, boomschors, constructies enz. Binnenshuis of in verwarmde kassen gaan ze niet in diapauze (rustfase tijdens de winter) maar blijven ze op prooien jagen en zich voeden.
Wat eten roofmijten
Roofmijten van de familie Phytoseiidae zijn belangrijke predatoren van spint, weekhuidmijten , galmijten, roestmijten en van eitjes en larven van wittevlieg en trips.
Sommige roofmijten voeden zich maar met 1 prooitype maar de meeste soorten hebben een gevarieerd menu aan prooien en voeden zich ook met nectar, stuifmeel, honingdauw, schimmelsporen en nematoden. Swirskii heeft een duidelijke voorkeur voor witte vlieg, Phytoseiulus voedt zich uitsluitend met kasspintmijten. Californicus voedt zich met veel verschillende spintmijten en stuifmeel en nectar.
De nimfen voeden zich met de eitjes en larven van de prooien, de adulten voeden zich met alle stadia van de schadelijke insecten.
Als er geen prooi insecten aanwezig zijn, durven ze zich ook voeden met soortgenoten of andere Phytoseiidae soorten. Insecten worden door de roofmijten opengescheurd waardoor ze de prooien kunnen leegzuigen. De lege huidjes van de dode insecten blijven vervolgens op het blad achter.
Hoeveel eten roofmijten?
Vaak denken mensen dat roofmijten heel de dag eten als er voldoende voedsel is. Maar dat is niet zo. Soms lopen roofmijten hun prooi voorbij en tonen absoluut geen interesse in voedsel. Dat is gewoon de natuur! Wij eten toch ook niet de hele dag!
Hoeveel eten ze dan wel? Het gaat hier om gemiddelden om je een idee te geven. De protyonimfen eten 4 tot 5 eitjes en veranderen dan naar deutonimfen. In dit stadium eten ze naast eitjes ook jonge stadia van prooien (een 6tal in totaal). De vrouwelijke volwassen roofmijten eten het meest: per dag kunnen ze gemiddeld 20 spinteitjes of tripseitjes of 15 tripslarven of 5 volwassen spintmijten eten. Tijdens de periode van ei-afleg eten vrouwtjes veel meer. Er zijn op de totale populatie veel meer vrouwtjes dan mannetjes aanwezig. Deze laatste zorgen voor de bevruchting maar eten niet veel.
De volwassen roofmijt Stratiolaelaps scimitus (Hypoaspis) eet ongeveer 2 tot 5 bloedmijten of andere prooien per dag.
Veel soorten kunnen zich op basis van stuifmeel, nectar en door planten afgescheiden sappen in de natuur in leven houden.
Roofmijten in de natuur
De familie van Phytoseiidae bevat 100 geslachten met meer dan 2500 soorten. Al deze soorten komen ergens ter wereld in de natuur voor. Waar precies welke roofmijt voorkomt, hangt samen met de voor hen optimale leefomstandigheden (warmte, vocht, licht) en voorkeur voor bepaalde prooien.
Roofmijten die in de natuur voorkomen, worden gekweekt voor biologische bestrijding. Zo werd reeds in 1958 Phytoseiulus persimilus toevallig met orchideeën ingevoerd vanuit Chili naar Europa. Phytoseiuslus persimilus was de eerste roofmijt die in kweek werd gebracht en nog altijd als biologische bestrijder zijn dienst bewijst. Sindsdien zijn er zeer veel roofmijten ontdekt. Eén van de laatste vondsten is de roofmijt Neoseiulus reductus Wainstein die op chrysanten in Hongarije zijn natuurlijke habitat heeft.
Ook in Nederland blijkt deze roofmijten Neoseiulus reductus Wainstein inheems te zijn. Ze werd gevonden op tal van sierplanten zoals Alchemilla, Delphinium, Lunaria en aardbei. Ondertussen is ze in kweek gebracht om ze te testen op effectiviteit voor gebruik in de chrysantenteelt. Als de resultaten gunstig zijn en de roofmijten in een kweek zich gemakkelijk voortplanten, geeft dit goede perspectieven en zijn we een biologische bestrijder rijker.
Niet alle gekweekte roofmijten zijn van Europa afkomstig maar dat is ook niet met de schadelijke insecten. De Californische trips komt oorspronkelijk van de westkust van Californië. Daar waar ze leven, hebben ze hun natuurlijke vijanden. In 1984 is de Californische trips in Europa binnen gekomen en nu vormt ze één van de belangrijkste plagen in de sierteelt.
Welke soorten roofmijten worden gekweekt?
Opmerkingen vooraf
Gewas, klimaat en licht bepalen welke roofmijt waar het best wordt uitgezet als biologische bestrijder. Zo blijkt dat Cucumeris en andersoni zich nog goed ontwikkelen bij lage temperaturen (15°C) terwijl amblyseius Swirskii juist hoge temperaturen verkiest. Dit heeft uiteraard alles te maken met hun originele afkomst en het daar heersende klimaat.
Alle roofmijten die nu gekweekt worden, zijn diapauze vrij. Dit betekent dat ze ook in de winter bij minder daglicht zich blijven voeden met prooien.
In totaal zijn er momenteel 9 roofmijten gecommercialiseerd. Deze worden niet allemaal op de particuliere markt aangeboden. Hieronder vind je de beschikbare roofmijten voor jou.
Roofmijten tegen spint
Phytoseiulus persimilis : roofmijt die zich uitsluitend voedt met kasspintmijten. Phytoseiulus heeft graag gematigde temperaturen tussen 15°C en 28°C en een hoge luchtvochtigheid. Dit laatste is vooral belangrijk om de afgelegde eitjes te laten uitkomen. Boven de 30°C sterven de roofmijten af en kan je best wachten om deze roofmijt uit te zetten. Min. nachttemperatuur is 6°C. Biogroei verkoopt dit product onder de merknaam Phyto-mite. Phyto-mite voedt zich met alle stadia van kasspint maar heeft een voorkeur voor eitjes.
Neoseiulus californicus: roofmijt die zich voedt met kasspint maar ook met fruitspintmijt, citrusmijt, Begoniamijt, aardbei- en cyclamenmijt. Bij gebrek aan spintmijten eten ze ook eitjes en jonge larven van trips, stuifmeel, nectar en honingdauw. Deze roofmijt kan beter dan Phytoseiulus tegen droge lucht en wisselende temperaturen. Californicus overleeft beter bij hoge temperaturen dan Phytoseiulus. We verkopen dit product onder de merknaam Forni-mite.
Amblyseius andersoni: deze roofmijt voedt zich ook met verschillende spintmijten waaronder kasspint, roestmijten en galmijten. Ook zij voeden zich met eitjes en larfjes van trips, stuifmeel en nectar van planten. Andersoni komt van nature voor in onbespoten biotopen en kan zich zonder prooien in kleine aantallen in stand houden. Temperaturen tussen 6°C en 40°C worden door deze roofmijt verdragen. We bieden deze roofmijt in strooikoker en kweekzakjes aan onder de naam Andersoni-system en andersoni-breeding-system.
Roofmijten tegen trips
Neoseiulus cucumeris of Cucumeris: een roofmijt die zich uitsluitend voedt met eitjes en jonge larven van trips. Ze heeft een dagtemperatuur van min. 18°C nodig om zich te ontwikkelen en ’s nachts mag de temperatuur niet dalen onder 6°C.
Amblyseius Swirskii: deze roofmijt heeft het graag heel warm! De min. temperatuur moet 18°C bedragen maar de beste ontwikkeling heeft plaats bij 25-28°C tot zelfs 40°C. Ze voedt zich met verschillende prooien, bij voorkeur met witte vlieg en trips maar ook spint en stuifmeel indien geen ander voedsel voorhanden is. We verkopen deze roofmijt in kweekzakjes onder de naam Swirskii-breeding-system.
Stratiolaelaps scimitus: deze roofmijt voedt zich met larven en poppen van trips in de grond. Bij kamerplanten verpoppen de tripslarven op het blad en niet in de grond zoals bij groenten, kleinfruit en druiven wel het geval is. Ideale temperatuur ligt tussen 15°C en 28°C met een min. temperatuur van 10°C. Dit product vind je onder de naam Hypoaspis.
Roofmijten tegen bodeminsecten bij kamerplanten
Stratiolaelaps scimitus, te koop onder de naam Hypoaspis voedt zich met verschillende bodeminsecten waaronder:
- Larven en poppen van rouwvliegjes
- Larven en poppen van trips
- Springstaarten
- Wortelluizen
Deze bodemroofmijten kunnen 3 tot 4 weken zonder voedsel overleven. Ze komen vaak van nature voor in de grond en potgrond. Ideale temperatuur ligt tussen 15°C en 28°C met een min. temperatuur van 10°C.
Roofmijten tegen bloedmijten bij dieren en roofmijten tegen de varroamijt
Stratiolaelaps scimitus, Hypoaspis wordt ook ingezet om bloedmijten bij kippen en gevogelte te bestrijden. We verkopen dit onder de merknaam Chickenheppie. Deze roofmijt kan uitgezet worden bij 15°C – 28°C en een nachttemperatuur van 10°C.
De varroamijt is een agressieve parasiet die voorkomt in bijenkasten. De roofmijt Stratiolaelaps scimitus voedt zich met deze bijenmijt. Preventief Hypoaspis uitzetten vanaf het begin van het seizoen helpt om de populatie onder controle te houden.
Roofmijten in strooikoker of in kweekzakjes: wat is het verschil?
Roofmijten kunnen zowel in strooikoker als kweekzakjes worden aangeleverd voor de biologische bestrijding.
Strooikokers bevatten een vulstof waarin de betreffende roofmijten in verschillende stadia aanwezig zijn. Dankzij de vulstof kunnen de roofmijten eenvoudig op de planten worden uitgestrooid. De volwassen roofmijten en nimfen beginnen direct met het zoeken naar prooien.
Kweekzakjes zijn zakjes die een kweek bevatten van de betreffende roofmijt samen met voedselmijten. Dankzij de voedselmijten is er voeding voor de kweek in de zakjes. De roofmijten lopen langzaam uit via een voorgeprikt gaatje en dit gedurende een 5tal weken.
Hoe gebruik je roofmijten?
Roofmijten uitstrooien is zeer eenvoudig. Draai de tube op voorhand een paar keer rond en strooi vervolgens de roofmijten in hoopjes uit op de bladeren of op de grond ingeval van Hypoaspis. Indien dit niet kan omdat de bladeren te klein of te fel afhangen, gebruik dan bioboxen of koffiefilterzakjes. Hang deze op voorhand op aan het gewas met behulp van een paperclip of wasknijpertje en verdeel daarna de koker met roofmijten over de bioboxen.
Roofmijten op het blad uitstrooien of in bioboxen
Op blad strooien we de roofmijten tegen spint en trips.
Roofmijten op de grond in hoopjes uitstrooien
Op de (pot)grond of in het dierenverblijf strooien we de roofmijten tegen bodeminsecten of bloedmijten.
Een plaag na het uitzetten van roofmijten?
Misschien vraag je je af: hoe kom ik nadien van mijn roofmijten af? Geen zorg. De roofmijten groeien zelf nooit uit tot een plaag. Als er geen schadelijke insecten meer aanwezig zijn, sterven ze af. In het beste geval kunnen ze in kleine aantallen overleven op stuifmeel en nectar als het bloeiende planten zijn.
Hoe effectief zijn roofmijten?
Roofmijten zijn zeer effectief als ze in de juiste omstandigheden en in de juiste hoeveelheden gebruikt worden. Zoals reeds herhaaldelijk gezegd is het schadelijk insect, de temperatuur en de luchtvochtigheid bepalend voor welke roofmijt je moet gebruiken. De graad van aantasting bepaalt vervolgens hoeveel roofmijten je moet uitzetten.
Roofmijten preventief via kweekzakjes uitzetten, is optimaal. De eitjes en de jonge larven worden onmiddellijk gegeten dankzij de voortdurende aanwezigheid van roofmijten. Je bent de schadelijke insecten als het ware voor en ze kunnen niet meer tot een plaag uitgroeien.
In elk geval is het basisprincipe van biologische bestrijding, nuttige insecten uitzetten bij een beginnende aantasting. Hoe vlugger je ingrijpt, hoe sneller de schadelijke insecten onder controle zijn.
Heb je al een grote plaag, dan is het zeer moeilijk bestrijden. In tegenstelling tot de preventieve aanpak hink je hier achterop. Je moet dan dubbele porties gaan doseren en meermaals gaan herhalen om de zaak te bedwingen. Soms zijn andere maatregelen nodig om de hoeveelheid prooien te verminderen (zoals bv bladeren wegknippen) vooraleer roofmijten uit te zetten. Of je kan kiezen voor een andere predatoren zoals larven van gaasvliegen die vraatzuchtiger zijn.
Hieronder een foto met de verschillende gradaties van kasspint op bonen.
Conclusie: als je op tijd begint en de juiste roofmijt gebruikt voor je aanwezige plaag, is bestrijden met roofmijten zeer effectief en absoluut aan te raden boven een ander bestrijdingsmiddel.
Door het veelvuldig gebruiken van chemische bestrijdingsmiddelen, is spint resistent geworden tegen alle courante producten. Daardoor werken de middelen niet meer goed. De meeste producten doden trouwens enkel de nimfen en volwassen spintmijten af en niet de eitjes. Het gevolg is dat je steeds moet blijven behandelen. Roofmijten daarentegen eten alle stadia van spint, zowel de eitjes, nimfen als adulten.
Kun je roofmijten zien?
Sommige roofmijten kan je met het blote oog waarnemen zoals bijvoorbeeld Phyto-mite. Ze zijn zeer klein maar felrood van kleur waardoor je in de dop van de koker meestal rode puntjes ziet bewegen. Forni-mite daarentegen is nog veel kleiner en beige van kleur, deze roofmijt zie je enkel onder de microscoop tussen de vulstof. Hypoaspis roofmijten zitten in een draagstof van vochtige turf en zijn ook zeer moeilijk waarneembaar met het blote oog.
Onze ogen zijn er niet op gericht om insecten kleiner als een millimeter waar te nemen. Het is vaak ook een kwestie van ze eenmaal gezien te hebben. Als je weet naar wat je moet zoeken, gaat het eenvoudiger.
Zijn roofmijten schadelijk?
Onze ogen zijn er niet op gericht om insecten kleiner als een millimeter waar te nemen. Het is vaak ook een kwestie van ze eenmaal gezien te hebben. Als je weet naar wat je moet zoeken, gaat het eenvoudiger.
Roofmijten die op de bladeren van planten worden uitgezet, sterven als er geen prooien meer aanwezig zijn. Roofmijten bijten je niet en gaan niet op de mensen kruipen.
Voordelen van roofmijten?
- Roofmijten zijn onschadelijk voor mens, huisdieren en milieu
- Snel en gemakkelijk uit te strooien of op te hangen in de aangetaste planten
- Ze komen op plaatsen waar spuitmiddelen niet geraken
- Er kan geen resistentie ontstaan tegen spint zoals bij chemische bestrijdingsmiddelen
- Je kan de plaag op korte tijd opruimen als je bij een beginnende aantasting uitzet
- Door roofmijten preventief uit te zetten, ontstaat er geen plaag
Nadelen van roofmijten
- Net als bij chemische middelen, moet je rekening houden met minimum temperaturen. Roofmijten hebben min. 15°C nodig maar functioneren optimaal bij 22°C.
Verschil roofmijten en roofwantsen
Roofwantsen zijn totaal andere insecten dan roofmijten. Roofwantsen behoren tot de familie van bloemwantsen Anthocoridae. Ze zijn veel groter dan roofmijten en goed zichtbaar met het blote oog. Er zijn verschillende roofwantsen die gekweekt worden als biologische bestrijders. Net als bij roofmijten hebben ze een voorkeur voor een bepaald voedselaanbod.
Voor particulier gebruik kan je de inheemse roofwants Orius laevigatus kopen. Deze roofwants wordt ingezet om verschillende tripssoorten (larven en adulten) te bestrijden. Als er geen trips aanwezig is, kunnen ze ook overleven op bladluizen, spint, vlindereitjes en stuifmeel.
Roofmijten bestellen bij Biogroei
Bij Biogroei kan je verschillende soorten roofmijten bestellen in kleine en grote hoeveelheden. Alle roofmijten komen vers uit productie en worden dagelijks verzonden. Zo ontvang je altijd vers product!
Roofmijten koelen.
Als het buiten erg warm is, moeten sommige roofmijten gekoeld worden verzonden. Momenteel doen we dit met een ice pack en een styropor doosje. We zijn ons ervan bewust dat dit niet een ecologische keuze is maar momenteel biedt dit de beste kwaliteitsgarantie. We zoeken uiteraard verder naar milieuvriendelijke oplossingen die even efficiënt zijn.
De roofmijt Stratiolaelaps scimitus in Hypoaspis en Chickenheppie wordt niet gekoeld verzonden. Deze roofmijt bewaart het best bij kamertemperaturen.
Klantervaringen met roofmijten.
Klanten van ons schreven over hun ervaringen met roofmijten. Lezen over Phyto-mite, lezen over Hypoaspis, Lezen over Cucumeris.