De bananenplant of bananenboom is een plant die van oorsprong uit Australië en Zuidoost Azië komt, maar inmiddels op bijna alle tropische plaatsen ter wereld groeit. Er bestaan ruim 400 soorten van de bananenboom, die officieel de naam ‘Musa’ draagt. In de huiskamers staan vrijwel altijd de Musa tropicana of de Musa acuminata Dwarf Cavendish. Omdat deze soorten relatief klein zijn in vergelijking met de andere bananenplanten, staan deze twee ook wel bekend als de dwergbanaan. Dat betekent echter niet dat deze planten klein zijn; met de juiste verzorging kunnen deze soorten wel 2 meter hoog worden. Waar je qua verzorging op moet letten om de plant echt te laten floreren, lees je hieronder.
Bananenplant water geven
De bananenplant heeft veel water nodig. Dat is ook niet zo gek, als je bedenkt dat deze plant voor 80% uit water bestaat. Zorg daarom dat de potgrond constant vochtig is, maar pas op dat er geen laagje water onderin de pot ontstaat. Dit kan namelijk tot wortelrot leiden. ‘S zomers en in de lente heeft de plant wat meer water nodig en kun je uitgaan van gemiddeld twee keer per week een gietbeurt. Omdat geen enkele plant hetzelfde is, is het belangrijk dat je zelf de potgrond in de gaten houdt voor de precieze frequentie. In de herfst en winter heeft de plant minder water nodig. Door zijn tropische oorsprong, heeft de bananenplant behoefte aan een hoge luchtvochtigheid. Je kunt hiervoor zorgen door de plant regelmatig te besproeien. Gebruik hiervoor kalkvrij water of regenwater, omdat kalk de bladeren kan aantasten.
Standplaats bananenplant
De plek in de woning van de bananenplant heeft een belangrijke invloed op zijn gezondheid. Hieronder lees je een aantal tips over de positionering van de bananenplant.
- Plaats de plant in de zomer nooit in direct zonlicht
- Laat de plant ‘s winters langzaam wennen aan direct zonlicht en zorg dat deze daarna dagelijks minimaal 5 uur direct zonlicht krijgt
- Plaats de plant bij geel wordende bladeren verder van het raam af
- Zet de plant dichter bij het raam als de bladeren slap gaan hangen
- Houd de bananenplant uit de tocht/li>
- Minimale omgevingstemperatuur is 14 ℃ overdag en 10 ℃ ‘s nachts
- Verpot de bananenplant jaarlijks
- Verpot de bananenplant bij voorkeur in de lente
- Gebruik bij de verpotting een pot die minimaal 20% groter is
Twijfel je of de bananenplant verpot moet worden? Een plant die niet meer groeit, wortels die boven de aarde uitkomen, snel uitdrogende potgrond en een plant die uit verhouding groeit met de pot zijn goede indicatoren dat je een plant moet verpotten.
Bananenplant voeden
Omdat bananenplanten snel groeien, hebben ze relatief veel voeding nodig. Wanneer je de plant niet voedt, zal de plant minder snel gaan groeien. Gebruik voor het voeden van de bananenplant speciale plantenvoeding en geef nooit meer dan de maximaal aanbevolen hoeveelheid die op de verpakking staat. Dit is namelijk erg schadelijk voor plant. Geef de voeding ook enkel in de lente- en zomermaanden; in de herfst en winter is de plant in rust en is het voeden ook slecht voor de gezondheid van de plant.
Ziektes bananenplant
De bananenplant krijgt niet snel last van plagen, maar onder bepaalde omstandigheden kunnen deze zich wel op de plant vestigen. Met de inzet van biologische bestrijdingsmiddelen zijn een aantal plagen gelukkig preventief te bestrijden. Zo is spint op de plant te voorkomen met Soni-mite kweekzakjes tegen spint en kun je trips met kweekzakjes tegen trips preventief een halt toe roepen. Een alternatieve wijze om de plant te beschermen is door Chrysop te gebruiken. Deze handige hangkaartjes bevatten eitjes van de Chrysopa; larven die na uitkomst direct beginnen om alle plagen op te eten.
Spint bestrijden op bananenplant
Ook als spint zich al over de bananenplant heeft verspreid, is deze effectief op biologische wijze te bestrijden. De roofmijten Forni-mite en Phyto-mite zijn bijvoorbeeld een goede keuze. Deze natuurlijke vijanden van de spint eten zowel de eitjes als de volwassen exemplaren van de plant.
Trips bestrijden op bananenplant
In het geval dat de bananenplant leidt onder de aanwezigheid van trips, kun je de plant snel weer gezond maken door de inzet van Cucumeris en Orius. De roofwants Orius eet dagelijks een flink aantal volwassen tripsen, terwijl de roofmijt Cucumeris korte metten maakt van de eitjes en de larven van de trips.
Wolluis, schimmels en rouwvliegjes op de bananenplant
Wanneer er rouwvliegjes op de bananenplant zitten, kun je deze goed bestrijden met de aaltjes van Stenema. Deze pakken de larven van de vliegjes in de potgrond aan. De gele vangplaten zijn een handig hulpmiddel om de volwassen rouwvliegjes te vangen. Bladluis of wolluis kun je het beste bestrijden met eitjes van de Chrysop. Schimmelvorming op het blad kun je tegengaan met Oenosan; bladmeststof die de plant stressbestendiger maakt.
Bladluis en schildluis op de bananenplant
Een veel voorkomende plaag is de bladluis. Dit beestje verspreidt zich snel en kan een plant flink beschadigen. Het is daarom belangrijk om bij de eerste waarneming van de bladluis snel in te grijpen en een van zijn natuurlijke vijanden uit te zetten. Volwassen lieveheersbeestjes, larven van lieveheersbeestjes (Adalia), (Chrysopa) en Chrysop werken goed tegen de plaag. Een ander beestje waar je voor moet oppassen is de schildluis. Schildluizen injecteren een voor de plant giftige stof in de plantcellen, wat resulteert in bladeren die kunnen afsterven, een minder snelle plantengroei of misvormingen van de plant.
Hulp bij identificeren plaag op de bananenplant
Wanneer je twijfelt over welke plaag er op je bananenplant zit, kun je ook een hulplijn inzetten. Wanneer je ons een e-mail stuurt met een foto van de plant en de beestjes, zetten wij onze expertise in om de plaag te identificeren. We sturen je dan zo snel mogelijk een reactie waarin we vertellen welke plaag er op je plant zit en welke biologische bestrijdingsmiddelen je er tegen kunt gebruiken.