Fruitmot Cydia Pomonella
De fruitmot is een algemeen voorkomende plaag in België en Nederland. Ze komt het meeste voor in appels maar kan ook peer, kweekpeer en walnoten aantasten. Ze vliegt in normale omstandigheden van mei tot half augustus en kent bij ons vaak twee generaties per jaar. De zachte winters van de laatste jaren zorgden echter voor vroegtijdige ontwikkelingen van de fruitmot. De volwassen motten vliegen bij voldoende hoge temperaturen ook tot in september.
Cyclus van de fruitmot Cydia pomonella
De volwassen fruitmot is een onopvallende nachtvlinder behorend tot de familie van de bladrollers. De fruitmot is 9 mm groot, grijs van kleur met aan de vleugelpunten een gouden vlekje. De eitjes worden zowel op vruchten als op bladeren afzonderlijk afgezet.
De jonge larve van de fruitmot is wit als ze uit het eitje komt maar verkleurt later naar crème tot roze-kleurig. De jonge fruitmot rupsen boren zich in de appels en maken gangen in het vruchtvlees, dit zorgt voor de typische wormstekigheid. Indien appels zeer vroeg in het seizoen gestoken worden, vallen ze vroegtijdig af. De larven verplaatsen zich van vrucht naar vrucht, één larve kan dus meerdere appels beschadigen.
De fruitmot vliegt ’s avonds bij minimum temperaturen van 13°C. Om eitjes af te zetten moeten de avondtemperaturen gemiddeld 15°C of meer bedragen. De eerste vlucht heeft plaats rond begin mei. Er komt nog een tweede vlucht rond augustus in warme zomers.
Schade fruitmot
Is fruitmot schadelijk? Ja zeker, fruitmot zorgt voor gestoken appels dus voor wormpjes in je appels. We spreken dan van wormstekige appels. Fruitmot kan zowel appel als peren aantasten. Ze hebben echter een duidelijke voorkeur voor appels, peren worden niet gemakkelijk wormstekig.
De fruitmotrups is roze bij appel en witgeel bij peer. Ze vreet zich door de vrucht naar het klokhuis waar ze eet van de proteïnerijke pitten. In de gangen laten de rupsen uitwerpselen achter, dit is bruin en korrelvormig. Na een maand ongeveer is de rups volgroeid, ze verlaat dan de vrucht door een spinseldraad om vervolgens een schuilplaats te zoeken in de schors van de boom.
Verschil tussen fruitmot en appelzaagwesp
Het is belangrijk om te weten of je fruitmot of appelzaagwesp hebt. Het komt soms voor dat mensen een feromoonval tegen fruitmot kopen en niets weg vangen. Gezien feromoonvallen zeer soortspecifiek werken, is het logisch dat je niets vangt als je appelzaagwesp hebt! Fruitmot komt echter veel algemener voor dan appelzaagwesp.
Hoe fruitmot en appelzaagwesp onderscheiden?
De appels worden in beide gevallen gestoken door de larven, hetzij door de fruitmot, hetzij door de appelzaagwesp. Ze vertonen hetzelfde wormstekige beeld in het vruchtvlees. Het boorsel dat je uit de appel ziet komen is bij de fruitmot droger dan bij de appelzaagwesp. Maar dat verschil is niet evident onderscheidend.
Je kan het verschil wel merken aan de rupsen, als ze nog in de vrucht aanwezig zijn. De fruitmotlarve is roze-kleurig in een ouder stadium terwijl de larve van de appelzaagwesp wit van kleur blijft. Bovendien is er een verschil in het aantal poten tussen bladwesprupsen zoals de appelzaagwesp en echte rupsen. De appelzaagwesp rups heeft naast 3 paar gewone poten, ook 6 paar buikvoetjes. Dit laatste heeft de fruitmotlarve als gewone rups niet.
Een typisch en gemakkelijk herkenbaar kenmerk is de zaagwespkring die gevormd wordt over de appel. Dit is een verkurkte slinger over de vrucht, enkel aanwezig in geval van appelzaagwesp.
Vroege fruitmot en kleine fruitmot
De vroege fruitmot en kleine fruitmot zijn geen grote schadebrengers. In het algemeen heeft men in een hobbytuin voornamelijk last van de gewone fruitmot Cydia pomonella.
De vroege fruitmot Pammene rhediella is een kleine mot van 5 mm groot, donkerpaars van kleur met oranje vleugeleinden. De vroege fruitmot kent maar 1 generatie per jaar en vliegt uit tussen half april en einde juni.
De rups is crèmekleurig tot grijsachtig wit met bruine wratten. De jonge larven vreten oppervlakkig aan de vrucht, men spreekt van ‘snoepvreterij’. Oudere rupsen vreten vraatgangen in de vrucht zelf, ze laten daar geen uitwerpselen achter. De gangen verkurken.
De kleine fruitmot Cydia lobarzewskii is net als de gewone fruitmot 8 mm groot maar geelbruin van kleur met onregelmatige donkere vlekken. Ze vliegt tussen eind april en half juli. Eitjes worden afzonderlijk afgezet op de jonge vruchten. De larve kan tot 12 mm groot worden, is aan de bovenkant roze van kleur en aan de onderkant witgeel.
De rupsen veroorzaken ook gangen in de vruchten zonder uitwerpselen achter te laten.
Bestrijdingsmiddelen tegen fruitmot
Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen tegen fruitmot. Hiermee dood je ook natuurlijke vijanden die we juist zeer hard nodig hebben in de strijd tegen schadelijke insecten. Werken aan meer biodiversiteit is dé oplossing voor vele plagen en daar zijn chemische bestrijdingsmiddelen uit den boze!
Fruitmot biologisch bestrijden
Volgende maatregelen kunnen worden toegepast om wormstekigheid in appel en peer te bestrijden.
- Feromoonval fruitmot
- Inzetten van sluipwespen Trichogramma
- Oorwormhuisje ophangen
- Rupsen wegvangen met vangbanden van golfkarton
- Fruitmot bestrijden met aaltjes
- Gevallen fruit oprapen
- Kippen in de boomgaard
- Veeteelt en fruitteelt is een perfecte combinatie
- Ze verbeteren de bodemvruchtbaarheid en zorgen voor meer organische stof in de grond door hun mest
- Ze eten gevallen blad met schurft of perzikkrulziekte
- Ze eten gevallen vruchten waardoor minder larven in de grond kunnen overwinteren.
- Loof uit de houtwallen of bij de zomersnoei kan gevoederd worden aan het vee. Geiten zijn dol op braam, wilg, els en es. Bovendien wordt snoeihout gezien als een element dat de gezondheid van de dieren kan verhogen.
Een feromoonval tegen fruitmot is een hulpmiddel in de strijd tegen wormstekigheid. Ze bestaat uit een deltaval of funnelval en een specifieke feromooncapsule. De feromooncapsule is een rubber dopje dat doordrenkt is met de seksgeur die vrouwelijke fruitmotten uitscheiden om de mannetjes te lokken. Dit feromoon wordt in de val bevestigd waardoor je de mannetjes letterlijk in de val lokt.
De deltaval vangt de fruitmot veel beter dan de funnelval. We adviseren daarom steeds de deltaval te gebruiken. De deltaval fruitmot is een driehoekige val met lijmbodem. De feromooncapsule kan rechtstreeks op de lijmbodem worden gelegd of in het daarbij geleverd kokertje in de nok van de val worden bevestigd. Er worden 4 lijmbodems meegeleverd, voldoende voor een seizoen.
Het is zeer belangrijk om de feromoonval fruitmot op tijd uit te hangen. Biogroei adviseert half april en indien het extreem warm is zelfs begin april. In normale omstandigheden hang je de feromoonval tussen eind april en eind augustus. Het is beter enkele weken geen motten te vangen, dan weet je zeker dat je voor de vluchtperiode je val hebt uitgehangen.
Wens je een waarschuwingsbericht te ontvangen van ons om te weten wanneer de eerste motten gesignaleerd worden, schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.
Het is de bedoeling om zoveel mogelijk mannetjes weg te vangen zodat de vrouwtjes minder kunnen bevrucht worden. In principe is een feromoonval een monitoringssysteem om precies te weten wanneer de vluchten begonnen zijn. Dit moet je weten om oa sluipwespen uit te zetten of te spuiten met carpovirusine (enkel beschikbaar voor professionele markt). Maar uit ervaring weten we dat bij particuliere tuinen het uithangen van feromoonvallen na verschillende jaren kan leiden tot nog weinig aantasting. In de Biogroei-tuin hangen we al 20 jaren een feromoonval fruitmot en hebben we jaar na jaar ongestoken vruchten. Het is dus een eenvoudige methode om de populatie fruitmotten in je omgeving terug te dringen. Het is noodzakelijk om jaarlijks één of meerdere feromoonvallen te hangen, afhankelijk van de grootte van je boomgaard.
Er zijn vele soorten Trichogramma sluipwespen over de hele wereld te vinden. Deze sluipwespen parasiteren op de eitjes van vlinders en motten. Een bepaalde soort parasiteert op de eitjes van de fruitmot. Ze moeten uitgezet worden op de moment dat de eerste motten worden gevangen in de feromoonvallen en de eiafleg dus volgt. Na twee weken moet de behandeling nogmaals herhaald worden.
De sluipwesp legt een eitje in het eitje van de mot waardoor er geen fruitmotlarve kan ontwikkelen maar een nieuwe sluipwesp. De nieuwe sluipwesp die na ongeveer 10 dagen tevoorschijn komt, kan weer nieuwe motteneieren parasiteren.
Oorwormen zijn echte natuurlijke helpers in onze tuinen en boomgaarden. Als je niet spuit met chemische middelen of schadelijke biologische middelen dan ga je veel oorwormen krijgen in je tuin. Ze eten veel verschillende insecten waaronder bladluizen en kleine rupsjes van de fruitmot, pruimenmot, wintervlinder maar ook andere bladrollers.
Hang dus oorwormhuisjes in je bomen. Dit kan door terra cotta potjes te vullen met stro, af te dekken met kippengaas en vervolgens omgekeerd in de bomen op te hangen. Je zal zien, ze zullen snel bewoond zijn.
Vanaf juni kan je de stam van de appelaars ombinden met een band van dubbel golfkarton van 20 cm breed. De rupsen gaan namelijk de wormstekige vruchten verlaten om in de schors een overwinteringsplekje te zoeken. Als ze het golfkarton tegen komen, hebben ze de neiging om zich daarin te verstoppen en niet meer verder te zoeken. In september verwijder je het golfkarton en neem je zo veel overwinterende rupsen mee. Dit beperkt de aantasting voor het volgend seizoen.
Tip: Om het golfkarton te verstevigen, kan je er nylongaas of een plastieken band rond wikkelen en vervolgens alles samen vastbinden met een ijzerdraad. Hang het golfkarton op 1.2 m hoogte.
Deze behandeling beoogt hetzelfde als de hierboven beschreven methode namelijk de rupsen die overwinteren in de schors van de stam afdoden.
De luchttemperatuur moet meer dan 12°C bedragen bij toepassing. De toepassing heeft best plaats in september-oktober omdat de temperaturen dan nog hoog zijn.
Behandel de bomen met Felti-care. Behandel de grond onder de bomen en de boomstammen tot 1 m hoogte. Gebruik 1 mio nematoden per m2.
Appels die gestoken werden door fruitmot, kunnen vroegtijdig van de boom vallen. Raap ze direct op zodat de larven niet vanuit de vruchten terug op de boomstam kunnen kruipen of in de grond om te overwinteren. Niet alleen om de fruitmot in te dijken maar ook om te vermijden dat fruitvliegjes op het rottend fruit afkomen.
Kippen kunnen een jaar rondscharrelen in de fruittuin. Als dit voor jou niet mogelijk is, is het toch aangewezen om ze tijdens de wintermaanden los te laten lopen onder de fruitbomen. Dit helpt om de overwinterende rupsen te beperken. Ze kunnen de cocons zoeken die in de grond aanwezig zijn.
Je ziet het terug meer en het werkt perfect samen. Ben je liefhebber van kleinvee zoals schapen en geiten, laat ze dan grazen onder je fruitbomen. Voordelen:
Versterk uw fruitbomen
- Geef nooit chemische bemesting, zeker geen chemische stikstof, dit maakt de bomen gevoeliger aan ziekten
- Geef als basisbemesting een dikke mulchlaag compost uit eigen tuin of een laag wormenaarde. Een laag van 3 cm dik voldoet als je dit jaarlijks herhaalt.
- Behandel de bomen met Oenosan. Dit natuurlijk product bestaat uit vermalen calcietgesteente , zorgt voor sterkere bladeren en maakt in periodes van hitte de bomen meer stressbestendig. Oenosan zorgt ook voor een betere vruchtzetting en verhoogt het suikergehalte waardoor de vruchten zoeter smaken bij oogst. Toepassen vanaf de knopvorming en om de drie weken herhalen. Dit product kan in de bomen worden gespoten met onze nematodenspuit.
- Een andere optie is de bomen behandelen met Microferm. Het is een mengeling van gunstige bacteriën, schimmels en gisten. Ze gaan zich op het blad vermenigvuldigen en zorgen dat de bomen meer weerstand opbouwen tegen schadelijke schimmels. Ook microferm kan je in de bomen spuiten met de nematodenspuit.
Bevorder de biodiversiteit in je boomgaard en tuin
De biodiversiteit verhogen doe je op verschillende manieren. Biodiversiteit bouwt zich langzaam op, het resultaat laat enkele jaren op zich wachten maar het loont de moeite!
- Plaats op de juiste manier nestkasten voor koolmezen, pimpelmezen en vleermuizen. Mezen kunnen in de winter de overwinterende rupsen tussen schorsspleten wegpikken, vleermuizen vangen vliegende motten in het voorjaar of de zomerperiode. Zie ook de blog van november ‘hoe trekken we zoveel mogelijk vogels aan’ en de blog van december ‘Vogelsvoeders zelf maken’.
- Zorg voor kunstmatige schuilplaatsen voor wilde solitaire bijen via insectenhotels. Lees meer info in de blog van oktober ‘Tijd om zelf een insectenhotel te bouwen’.
- Zorg voor schuilplaatsen en overwinteringsmogelijkheden met lieveheersbeestkastjes en maak zelf oorwormenhuisjes om deze in de bomen te hangen. Oorwormen eten o.a. rupsen van fruitmotjes.
- Zorg voor natuurlijke schuilplaatsen in de vorm van hagen, struiken, bosjes om nuttige insecten te laten overwinteren. Het plaatsen van gemengde hagen is ideaal.
- Zorg voor een bloemenweide of een bloemenstrook met veel schermbloemigen.
- Gebruik nooit chemische middelen, ook niet om onkruid te bestrijden. (geen insecticiden, herbiciden of acariciden dus)
- Maai niet al het gras in de boomgaard kort maar laat stukjes langer groeien. Maai gefaseerd.